College Rotterdam worstelt met etnische registratie
ROTTERDAM – Het Rotterdamse college besluit dinsdag of het in beroep gaat tegen de uitspraak van het College bescherming persoonsgegevens (CBP) dat de gemeente moet stoppen met het etnisch registreren van onder anderen probleemjongeren.
Donderdag verzocht een raadsmeerderheid het college in beroep te gaan tegen de uitspraak.
Het CBP stelde in mei 2010 vast dat de Rotterdamse deelgemeente Charlois in strijd handelde met de Wet bescherming persoonsgegevens (WPB) door structureel gegevens te verwerken over ras en etniciteit. Het ging om registratie van enkele honderden personen in risicogroepen. Volgens het CBP kon Charlois niet aantonen dat deze vorm van registratie hielp om de achterstand van die groepen te verminderen of er een einde aan te maken.
De deelgemeente Charlois bleef echter doorgaan met de etnische registratie van risicojongeren uit minderheidsgroepen, met het doel om bij problemen in te grijpen.
Het CBP dreigde vorige week met een dwangsom van 2000 euro per dag als de deelgemeente Charlois niet binnen drie dagen zou stoppen met etnische registratie. Bovendien zouden de gegevens binnen drie maanden moeten worden vernietigd.
De meeste fracties in de gemeenteraad konden zich niet verenigen met het optreden van het CBP, zo bleek donderdag. Etnische registratie van probleemgroepen is volgens de fractie van Leefbaar Rotterdam juist voor het door Rotterdam ingezette doelgroepenbeleid een belangrijk middel om problemen in die groepen op te lossen.
Volgens GroenLinks is etnische registratie echter een schijnoplossing. Maatwerk zou de echte manier zijn om problemen op te lossen.
PvdA’er Van Heemst verdedigt echter de registratie van probleemgroepen. „Dan kun je eerder gericht hulp en zorg bieden.” Volgens hem gaat het er helemaal niet om mensen aan de schandpaal te nagelen.
Het verbaast hem wel dat Charlois in de acht jaar dat de etnische registratie daar plaatsheeft niet kan aantonen dat deze succesvol is. „We krijgen van het Rijk geld voor onder andere Marokkanen- en Antillianenprogramma’s. Moeten we daar dan maar mee stoppen?”