Nederland bevroor zaterdag de contacten, maar wees de Iraanse ambassadeur niet uit. Ook werd de Nederlandse ambassadeur in Iran niet teruggeroepen. De ambassadeur in de Iraanse hoofdstad Teheran is van het grootste belang voor de nabestaanden van Bahrami daar.

De minister begint zijn tweedaagse bezoek aan Turkije dinsdag later. De Tweede Kamer wil hem dinsdagmiddag nog aan de tand voelen over de gang van zaken rond de plotselinge executie van Bahrami wegens een vermeend drugsdelict.

De PVV wil van de minister in het vragenuurtje horen waarom hij de Iraanse ambassadeur in Nederland niet uitwijst als reactie op de executie. PVV-leider Geert Wilders vindt de reactie van Rosenthal om de contacten te bevriezen onder de maat.

Ook het CDA had liever een zwaardere maatregel gezien, zoals het terugroepen van de Nederlandse ambassadeur in Iran. D66 heeft schriftelijke vragen gesteld aan Rosenthal en wil een feitenrelaas, zodat de partij kan zien of de minister vooraf genoeg heeft gedaan.

Rosenthal zelf zei maandag voor de NOS-microfoon dat volgens hem alle middelen, op alle niveaus, ook binnen de Europese Unie zijn aangegrepen om de opgepakte vrouw te helpen. „Er is geen kans onbenut gelaten”, aldus de minister.

De advocaat van Bahrami in Nederland, Adrie Tilburg, plaatste maandag kanttekeningen bij de inzet van Rosenthal. Hij zei in het televisieprogramma Uitgesproken Vara dat Bahrami al in november een verzoek heeft ingediend bij het ministerie om een advocaat in Iran te bekostigen, maar dat het ministerie dit toen weigerde.

Volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken is het standaard beleid om voor gedetineerde Nederlanders in het buitenland pas een advocaat betalen op het moment dat een doodvonnis is uitgesproken.

Maandag werd bekend dat Bahrami in 2003 ook in Nederland is veroordeeld voor een drugsdelict. Dat meldde Nieuwsuur.