Buitenland

Hoeveel ruimte is er voor Nederlandse trainers in Afghanistan?

APELDOORN/KABUL – Nederland gaat een eigen aanpak en invulling van de politietraining bedingen bij de Afghaanse regering. Er moet meer blauw en minder groen in de uniformen van de dienders. Maar hoeveel ruimte is er voor dit beschavingsoffensief?

28 January 2011 22:31Gewijzigd op 14 November 2020 13:29
Duitse politie-instructeurs zijn al bezig met de training van politierekruten in de Afghaanse provincie Kunduz. In de praktijk blijkt het beschavingsoffensief nog niet zo eenvoudig. Foto ANP
Duitse politie-instructeurs zijn al bezig met de training van politierekruten in de Afghaanse provincie Kunduz. In de praktijk blijkt het beschavingsoffensief nog niet zo eenvoudig. Foto ANP

Akkoord, de veelheid aan verschillende politie-eenheden biedt ruimte voor variatie in aanpak. Zo zijn er de Afghan Uniformed Police (AUP) voor gewone dagelijkse zaken, de Afghan Border Police (ABP), de Afghan National Civil Order Police (Ancop) en de Counter Narcotics Police (CNPA). Vier jaar geleden dook ook nog de Afghanistan National Auxiliary Police op (ANAP), als een tijdelijke politie-eenheid die het Afghaanse leger (ANA) moest bijstaan in het bestrijden van de taliban.

Grofweg zijn de opleidingen in te delen in twee benaderingen: die volgens de Amerikaanse en de Duitse aanpak. De eerste legt het accent op paramilitaire taken, op vechtmissies voor de politie; de tweede op civiele taken, op opbouwmissies.

Sinds 2007 heeft die Duitse aanpak versterking gekregen met de lancering van de Eupol- missie. Daarin doen 22 landen mee en de diverse opleidingen leggen sterk de nadruk op civiele taken. Vandaar ook dat vooral leden van de Afghan Uniformed Police en de Afghan Anti Crime Police door Eupol worden opgeleid. Belangrijk is ook dat bij Eupol de link met justitie alle aandacht krijgt.

De Amerikaanse onderzoeker Andrew Wilder hamert daar ook op in zijn studie over de Afghaanse politie (”Cops or Robbers? The struggle to reform the Afghan National Police”). Hij vindt de hervorming van het justitieel apparaat in zijn geheel, dus ook van de rechtspraak en van de rechtsgang, veel belangrijker dan de opleiding van agenten. Zorg dat de rechtsstaat in Afghanistan wordt versterkt, stelt hij, daar hebben de burgers nog het meest aan.

Daarnaast wijst hij op de corruptie en interne verdeeldheid binnen de belangrijkste werkgever van de agenten, het ministerie van Binnenlandse Zaken (MOI). Zo zouden ambtenaren tot over hun oren in de drugshandel zitten.

De huidige minister van MOI, bij wie Nederland dus zijn civiele verzoeken moet gaan indienen, is een… generaal. Besmillah Mohammadi Khan heet hij, en hij werd door de NAVO geprezen om zijn nadruk op een goede opleiding van politieagenten. Hij zou ook schoon schip hebben gemaakt onder zijn ambtenaren: corrupte mannen en vrouwen mochten vertrekken.

Winnen de aanhangers van de civiele stroming bij de aanpak van agenten in Afghanistan terrein? Dat is nog maar zeer de vraag. De Amerikanen zitten immers ook niet stil. Integendeel: zij hebben haast om de Afghanen verantwoordelijk te maken voor hun eigen veiligheid (lees: hun verdediging tegen de taliban).

En daarom zijn ze met voortvarendheid begonnen aan de oprichting van nóg een politie-eenheid: de Afghan Local Police (ALP). Die bestaat uit groepen van 250 tot 300 man elk, en wordt opgeleid door de Special Forces van het Amerikaanse leger. Doel is inwoners van dorpen en afgelegen plattelandsgebieden zelf verantwoordelijk te maken voor de verdediging tegen talibanaanvallen. Aan de vorming van deze ALP’s gaat nog één stap vooraf: de vorming van nieuwe lokale besturen, een programma dat de Amerikanen Village Stability Operations (VSO) noemen. Daarbij wordt een dorp als het ware onder curatele gesteld door een zogenaamd VSO-team, dat de taak krijgt een nieuwe dorpsraad op te zetten. In samenwerking met deze nieuwe raad komt vervolgens de lokale politie-eenheid, de ALP, tot stand.

De praktijk is een andere. De opbouw van deze ALP’s valt namelijk samen met een ander programma: de verzoening met en re-integratie van talibanstrijders. Juist zij worden uitgenodigd om lid te worden van deze politie-eenheden.

Thomas Ruttig, kopstuk binnen het Afghanistan Analys Network (AAN) in Kabul, hekelde onlangs dit bizarre Amerikaans-Afghaanse beleid, dat nota bene is bedoeld om burgers veiligheid te bieden. „De Amerikaanse Special Forces zetten de deur voor misdadigers wijd open”, constateert Ruttig, en als voorbeeld noemt hij leden van de Hezb-e-Islami, een radicale guerrillagroep die berucht is om zijn moorden, plunderingen en ontvoeringen. Ze werden vorig jaar zomer in de provincie Baghlan opgenomen in zo’n politie-eenheid.

Daar komt bij dat president Karzai vorig jaar stilzwijgend een amnestieregeling kracht van wet heeft verleend, waardoor spijtoptanten onder talibanstrijders en commandanten van ‘gewone’ milities vrijuitgaan – welke wreedheden ze ook hebben begaan.

Het Afghaanse ministerie van Binnenlandse Zaken heeft benadrukt dat de ALP’s tijdelijk zijn –de leden dienen twee tot vijf jaar– maar, zo voegde men eraan toe, ze mogen vervolgens wél doorstromen naar andere politie-eenheden, of naar het leger.

Het zou dus zomaar kunnen dat onze Nederlandse instructeurs straks een klasje voormalige boeven voor zich hebben zitten. Die over schending van mensenrechten helemaal niets meer hoeven te leren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer