Wat de meerderheid van de fracties betreft, mag deze passende bijdrage 1 miljoen euro of meer bedragen. De SGP-motie, waarin het provinciaal standpunt in de problematiek wordt verwoord, kreeg statenbrede steun.

De achterliggende twee dagen bogen de Staten zich over de toekomst van Flevoland en over de verdeling van de financiële middelen de komende jaren. Alle fracties vroegen in hun beschouwingen aandacht voor de problemen in de IJsselmeerziekenhuizen in Lelystad en Emmeloord. „De maatschappelijke onrust” over de koers die de raad van bestuur van beide ziekenhuizen vaart, gaat volgens W. R. Ruifrok (PvdA) naar een climax. Hij riep alle betrokkenen, maar ook de Staten van Flevoland, op „het hoofd koel te houden.”

VVD-fractievoorzitter C. A. A. Maenhout sloot zich daarbij aan en liet weten dat „Den Haag aan zet is. Er zijn door de vaste kamercommissie toezeggingen gedaan, die nu waargemaakt moeten worden.” A. H. R. Leijten (CDA) drong aan op vervanging van de eenhoofdige directie van de ziekenhuizen. „Het lijkt erop dat de heer J. W. Brinkman bezig is met de ontmanteling van het ziekenhuis in Emmeloord.” Leijten doelde daarmee op de aangekondigde sluiting van de spoedeisende hulp per 1 juli op de locatie Emmeloord na vijf uur ’s middags. Hij drong aan op interventie door de commissaris van de Koningin.

SGP-fractievoorzitter M. Bogerd vond dat de Staten van Flevoland te lang hebben toegekeken. „Een krachtig signaal moet nu richting de raad van bestuur en de raad van toezicht, maar ook richting Den Haag worden afgegeven. Hij diende een uitgebreide motie in, „teneinde eenieder ervan te doordringen waar de Staten voor staan en gaan.” In de motie wordt aangedrongen op de handhaving dan wel realisering van één volwaardig ziekenhuis op twee locaties, in Emmeloord en in Lelystad. Daarnaast hecht de motie aan „handhaving en/of terugkeer van vier basisspecialismen op beide locaties, zowel klinisch als poliklinisch.”

De 24-uurs acute opvang, zeven dagen in de week, mag, volgens de motie, beslist niet uit Emmeloord verdwijnen. De Tweede Kamer wordt vervolgens op haar verantwoordelijkheid gewezen om gedane toezeggingen waar te maken. De Staten van Flevoland zijn tenslotte, blijkens de motie, bereid „een passende eenmalige bijdrage te verstrekken ten behoeve van de instandhouding van de vier basisspecialismen, ook op de locatie Emmeloord.”

Gedeputeerde zorg, J. M. Bos, zei zich goed in de motie te kunnen vinden. Hij las daarin een steunbetuiging aan zijn adres en sprak de wens uit, „dat de motie statenbreed zal worden ondersteund.” Hij liet verder weten „op korte termijn met de wethouders zorg van de gemeenten Lelystad, Noordoostpolder, Urk en Dronten naar Den Haag te gaan om de vaste kamercommissie en de minister van de grote nood bij de IJsselmeerziekenhuizen te overtuigen en financiële steun te bepleiten.”