„Meneer, een vraagje. Ik heb heel de week een slaapkamerraam open laten staan. Nu komt dit weekeinde mijn kleinzoon logeren. Is het verantwoord als ik hem in die kamer laat slapen?” „Ja hoor mevrouw, dat is geen probleem.” Sommige zorgen zijn snel weggenomen, maar verscheidene mensen blijven angstig en denken dat de brand toch kwalijke effecten heeft.

Bij die groep heerst veel wantrouwen naar de autoriteiten. Kort voor de bijeenkomst zaterdag zien dorpelingen dat er rioolputten worden leeggezogen. De uitleg van het Waterschap Brabantse Delta is eenvoudig: „Jullie afvalwater wordt via het rioolstelsel van het havenschap op het industrieterrein weggepompt. Dat is nu afgesloten. Daarom moesten we het riool in het dorp op deze manier leegpompen, zodat het niet overstroomt.” Toch blijft een enkeling denken dat niet het afvalwater, maar het drinkwater is vervuild.

De plaatselijke predikant stelt dat Moerdijkers een „verborgen angstcomplex” hebben ten aanzien van het industrieterrein. De problemen en ervaringen die sommige dorpelingen al heel lang met het industrieterrein hebben, worden opgestapeld en ‘geloosd’ in het dorpshuis.

Zij verbazen zich erover dat twee bedrijven die werken met zware chemische stoffen überhaupt zo dicht bij elkaar zitten. Dat komt, licht burgemeester Wim Denie van Moerdijk toe, omdat het bestemmingsplan dat toelaat. „De gemeenteraad kan dat wel aanpassen, maar dan moeten we een flinke schadevergoeding betalen en of de raad dat wilƒ€& Dat dit zo is ontstaan, komt omdat men daar bij de aanleg van het terrein blijkbaar anders over dacht.”

Milieuarts Henk Jans kon, ondanks de soms harde kritiek in de zaal, veel onrust wegnemen. Hij benadrukte nog eens dat de brand zich uit het oogpunt van de volksgezondheid, goed had ontwikkeld. „De brand was zo hevig dat de meeste chemische afvalstoffen gewoonweg verbranden en dan hou je, hoe gek dat ook mag klinken, alleen maar een restproduct over.”

Voor Jans is het de zoveelste keer dat hij zijn verhaal doet over de eventuele gevolgen van de hevige brand. Hij zegt zich de zorgen en emoties bij de dorpelingen te kunnen voorstellen, maar hij wil ook eerlijk zijn. „Natuurlijk is er na het blussen een chemische soep achtergebleven, maar die heeft voor de lokale omgeving geen gevolgen.” Om daar zeker van te zijn, worden ook de komende dagen nog metingen verricht.