Gegevens over Kunduz
DEN HAAG (ANP) – De trainingsmissie die het kabinet voorstelt gaat onder meer naar de provincie Kunduz. Hieronder een aantal gegevens over deze Afghaanse provincie.
Ligging: ten noorden van Kabul, in het noorden van Afghanistan, aan de grens met Tajikistan.
Hoofdstad: Kunduz-stad
Grootte: ongeveer 8000 vierkante kilometer, grotendeels vlak. Vruchtbaar land levert tarwe, rijst en groente op. Landbouw is dan ook met veehouderij en handel een van de belangrijkste legale economische activiteiten. Smokkel is echter ook een stevige activiteit.
Bevolking: schattingen van rond een miljoen doen de ronde. De meerderheid woont op het platteland. Een deel van de huishoudens zou wel eens moeite hebben om aan voldoende voedsel te komen.
Samenstelling bevolking: Pashtun, Oezbeken, Tadzjieken en in mindere mate Turkmenen, Arabieren en Hazara.
Bestuur: belangrijkste functies zijn die van gouverneur, politiechef, burgemeester van Kunduz-stad, hoofd veiligheidsdienst. Er is een provinciale raad die de gouverneur adviseert, maar de verkiezingen daarvoor trokken in 2009 een zeer geringe opkomst.
Bestuursproblemen: capaciteitsgebrek, corruptie en invloed van ‘informele machtsstructuren’
Publieke diensten: mede dankzij het Duitse reconstructieteam voor Afghaanse begrippen redelijk op het gebied van zorg, onderwijs, water, energie. Het aantal kinderen dat schoolgaat is met 59 procent aanzienlijk hoger dan het gemiddelde van Afghanistan (37 procent).
Justitiesysteem: gebrekkige opleidingen, corrupte, ondoelmatige infrastructuur, te weinig bezetting.
Positie vrouwen: 52 procent gaat naar school, van de onderwijzenden zijn er vijfduizend vrouw. Er zijn ook twaalf vrouwelijke agenten. De positie van de vrouw behoeft nog wettelijke verankering, maar ze hebben enige bewegingsvrijheid en ook wel kansen op werk.
Veiligheid: goed voor Afghaanse begrippen. Het aantal incidenten in het noorden is 4 procent van het hele land. In Kunduz zijn in de afgelopen jaren in totaal 26 ISAF-militairen omgekomen.
Buitenlandse aanwezigheid: Duitsland leidt het provinciaal reconstructieteam. Militairen uit Armenië, België en de Verenigde Staten assisteren de Duitsers.