Josh (28): Mijn geld is niet van mij. Het is van Hem
APELDOORN – Door de jaren heen verschenen –en verschijnen– er allerlei boeken over christelijk omgaan met geld en goed. Een kleine selectie.
Accountant P. H. D. van Rhee schreef bijvoorbeeld ”Bijbel en belasting” (uitg. Den Hertog, 2005). Van Rhee hield zich jarenlang bezig met belastingzaken en merkte in de praktijk „hoe groot de verleidingen op dit terrein zijn.” De grens tussen goed en kwaad als het gaat om de fiscus wordt nogal eens anders getrokken dan op andere gebieden, blijkt uit zijn boek. Iemand die verder beslist geen bedrog zal plegen, kan soms rustig zijn belastingaangifte fout invullen of zwartwerk verrichten. „Het is een kwaad dat vooral wortelt in een op materie en welvaart gerichte maatschappij. Ik kan me niet voorstellen dat het onder ons niet gebeurt”, aldus Van Ree in 2005 in deze krant.
Bij uitgeverij Jongbloed verscheen vorig jaar het boekje ”De Bijbel over geld”. Er staan Bijbelteksten uit Het Boek in, rond onderwerpen als rentmeesterschap, budgetteren, hebzucht, liefdadigheid en ware rijkdom. Het boekje geeft verder tips voor omgaan met geld in de praktijk. Daarnaast vertellen mensen persoonlijke verhalen.
Josh (28) in hoofdstuk 1, ”Rentmeesterschap: Alles komt van Hem”: „Ik dacht altijd dat mijn geld mijn eigen zaak was. Ik had hard gewekt om te kunnen sparen, had mijn investeringen met vreugde zien toenemen en had mezelf schouderklopjes gegeven omdat ik zo spaarzaam was.” Toen hij de Bijbel ging lezen, veranderde zijn kijk op geld volledig, aldus Josh. „Hoe meer ik las, hoe meer ik me realiseerde dat God de eigenaar is van alles wat ik bezit en dat Hij me slechts een deel van zijn middelen leent. Ook al geniet ik van het geld in mijn portemonnee dat ik te besteden heb, ik raak er meer en meer van overtuigd dat het niet echt van mij is: het is van Hem.” Daarna volgt een Bijbeltekst uit de Psalmen (50:10-12): „Alle dieren in het bos zijn al van Mij, het vee dat op de berghellingen graast en al de rijkdom aan rundvee. Alle vogels die op de bergen nestelen, ken Ik en wat door het veld loopt, is al van Mij. Wanneer Ik honger heb, zal Ik u niet te hulp roepen, want alles op de hele wereld is van Mij.”
Een iets oudere titel is ”Geld en goed” (uitg. Voorhoeve, 1998), waarin verschillende auteurs zoeken naar een Bijbelse visie rond bezit. Er komen vragen aan de orde als: Moet een christen alles weggeven? Is rijkdom verkeerd? En wat zegt het Woord van God over macro-economie en huishoudgeld?
Een nog ouder, puur economisch boekje dat boven tafel kwam tijdens de artikelenserie over zwartwerk is ”Het officieuze circuit” (Het Spectrum, 1980), door Arnold Heertje en Harry Cohen. Het is „een nuchter, constaterend boek” over „alternatieve, grijze en zwarte verschijnselen die zich voordoen naast de officiële economie.”
Nieuwer is ”De balans van Bovenberg – economie en geloof in crisistijd” (door Tjerk de Reus, uitg. Kok, 2009). Lans Bovenberg (1958) is, behalve een van de invloedrijkste Nederlandse economen, ook christen. Via een reeks persoonlijke gesprekken vertelt hij over de wisselwerking tussen economie en geloof, over zachte waarden en harde economie. Voor Bovenberg is „de christelijke geloofstraditie een bron van inspiratie, zeker ook op het vlak van economie.”
Verder is er nog de Londense topbankier Ken Costa, die ”Carrière met God” schreef (uitg. Alpha Cursus Nederland en CMBC-Nederland, 2008). Hij gaat in op de vraag wat een baan eigenlijk met God te maken heeft. Over geld schrijft hij in hoofdstuk 7: „Het verlangen naar meer geld heeft velen besmet met affluenza, de ziekte waardoor je er niet meer mee kunt ophouden meer te willen.”
Dit is het tiende en laatste deel in een serie over zwartwerk.