Bolivia verhoogt loon wegens brandstofonrust
LA PAZ (ANP/RTR) – De Boliviaanse president Evo Morales heeft het minimumloon met 20 procent verhoogd, in een poging de massale onrust in zijn land te verminderen. Veel inwoners zijn boos over de enorme prijsstijging zondag van benzine en andere brandstof. De regering heeft de prijzen toen tot 83 procent verhoogd.
Bewoners betogen elke dag. Buschauffeurs en truckers staken al enkele dagen. De grootste vakbond van het land heeft voor maandag een nationale protestdag uitgeroepen.
President Morales beloofde in een tv-toespraak dat ook ambtenaren 20 procent meer loon krijgen in 2011. Hij beloofde bovendien bonussen en andere extraatjes om de prijsverhogingen te kunnen betalen. Hij weigert om het besluit over de duurdere brandstof terug te draaien. „Ik heb ervoor gekozen om voor de nationale economie te zorgen, ook al moet ik daarvoor politiek de prijs betalen.”
De actiegroepen vinden het hogere minimumloon onvoldoende. „Wat ze ook doen om de onrust weg te nemen, het is niet genoeg. Wat de regering moet doen is de prijsverhoging van de benzine terugdraaien”, zei Fanny Nina, het hoofd van de buurtverenigingen van de stad El Alto. De stad van 1 miljoen inwoners is traditioneel een bolwerk van Morales-aanhangers.
Media meldden dat president Morales lokale leiders heeft ontmoet om het brandstofbesluit uit te leggen. Hij heeft dinsdag ook een speciale ministerraad gehouden.
Twee Boliviaanse presidenten moesten aftreden na sociale protesten, waarbij de buurtverenigingen van El Alto een cruciale rol speelden. Dat gebeurde in 2003 en 2005. Maar het Zuid-Amerikaanse land is relatief stabiel sinds de linkse Morales aan de macht is. Hij nationaliseerde de energiesector in 2006, waardoor hij grip kreeg op de enorme gasbel in de Boliviaanse bodem. De president werd in 2009 herverkozen. Hij beloofde toen om de linkse hervormingen nog te versterken.