„Volgende keer vragen we de zwartwerker weer”
APELDOORN – Een zwartwerker inhuren is net zo fout als zelf bijbeunen, vinden Thomas en Heidi, die verschillende klussen zwart lieten uitvoeren. Thomas: „Het is in strijd met het achtste gebod, maar het voelt niet alsof het verkeerd is.” Heidi: „Een volgende klus laten we weer zwart doen.”
Net na hun trouwen ruim twee jaar geleden huurden Thomas en Heidi –ze heten in werkelijkheid anders– voor het eerst een zwartwerker in voor klussen in hun huis. Thomas: „We kenden iemand die net met de VUT was. Die had in het verleden al eens aangeboden een klus te komen doen.”
De vutter schilderde het huis destijds vanbinnen. Vorig jaar gaf hij ook de buitenkant een beurt. Thomas: „Nadat hij stopte met werken, kreeg hij het alleen maar drukker door al het bijbeunen.” Heidi: „Hij werkt heel precies. En wij houden niet van schilderen.” In 2008 heeft een beunhaas de zolder opgeknapt. De houten vloer op de benedenverdieping is wel wit gelegd, zegt Thomas.
Ook de tuin is inmiddels opnieuw aangelegd. Thomas: „Een vriend die een hoveniersbedrijf heeft, stelde zelf voor om een deel zwart te doen om mij financieel gezien tegemoet te komen. Dat vond ik prima. Anders hadden we het helemaal wit laten uitvoeren.”
Voor het schilder- en kluswerk spraken Thomas en Heidi van tevoren geen uurtarief af. Heidi: „We wisten dat het sowieso goedkoper zou zijn dan wanneer we een bedrijf lieten komen. Ik vraag me trouwens af of het wel zwartwerken is, als je vooraf geen prijs afspreekt. Maar de schilder ging er wel van uit dat hij geld zou krijgen. Dus het was toch echt zwartwerk.” Thomas: „Hij zou niet komen als hij niets kreeg. Het was hartje zomer toen hij buiten schilderde. Dat kostte hem nogal wat zweetdruppeltjes.”
Hoeveel geld Thomas en Heidi bespaarden door het werk zwart te laten doen, weten ze niet. Thomas: „We hebben geen offertes van bedrijven gevraagd: ik weet niet precies wat het uurtarief is van een witte schilder.” Heidi: „Ik denk niet dat we hetzelfde werk hadden laten doen als we het wit deden.”
In totaal besteedde het stel zo’n 2000 euro aan zwarte klussen. Thomas: „De schilder hebben we voor zowel het binnen- als het buitenwerk 750 euro gegeven. De zolder kostte ons, exclusief materiaal, tussen de 400 en de 500 euro.”
Zwartwerken is in strijd met Gods wet, erkent het jonge stel, dat in een Zuid-Hollands dorp woont. „Het is stelen”, aldus Heidi. „Maar als ik moet kiezen tussen een schilder die 10 euro per uur vraagt en één die 50 euro kost, is de keus snel gemaakt. Wij christenen hebben allerlei principes, maar zodra het op de portemonnee aankomt, houden we ons er niet aan.”
Uiteindelijk wegen alle zonden even zwaar, zegt Thomas. „Echtbreuk is dus even erg als zwartwerken. Als je zondigt tegen het zevende gebod, word je met een beschuldigende vinger nagewezen. Bij zwartwerk ligt dat anders.” Hoe dat komt, weet hij niet precies. „Het is algemeen geaccepteerd. Zijn er wel mensen die nooit iemand laten zwartwerken? Dat zullen vast rijke mensen zijn. Iedereen kent wel iemand die een klusje zwart wil doen. Het voelt niet alsof het verkeerd is.”
Thomas en Heidi willen geen verschil maken tussen de verantwoordelijkheid van de zwartwerker en van iemand die de beunhaas inhuurt. „Het is schijnheilig om te zeggen dat de schuld alleen bij de zwartwerker ligt. Dat is te makkelijk. Ook wij als inhuurders hebben verantwoordelijkheid. Je weet van tevoren of iemand zwartwerkt of niet. Als een klusjesman 10 euro per uur rekent, kan hij daar niet ook nog eens belasting over betalen.”
Onlangs hoorde Heidi een preek over het achtste gebod waarin de predikant zwartwerken terloops noemde. Toch vindt ze niet dat het onderwerp veel aandacht in de prediking hoeft te krijgen. „Wel zou het goed zijn om ons wakker te schudden en ons aan het denken te zetten. Van sommige dingen zijn we ons niet bewust dat het zonde is. Daar hoort zwartwerken ook bij. Ons leven moet een voorbeeld zijn voor andere mensen.”
Thomas: „Christenen werken misschien wel meer zwart dan niet-christenen. Als je een groot gezin hebt, is het ook aantrekkelijk om een centje bij te verdienen of een zwartwerker goedkoop in te huren.”
Eigenlijk is zwartwerken niet sociaal, vindt Thomas. „De overheid loopt veel geld mis.” Als iedereen belasting zou betalen, leverde dat de overheid zo’n 24 miljard op, berekende deze krant. Heidi: „De belastingen kunnen dan omlaag; dat is leuk.”
Dat zwartwerken ook risico’s met zich meebrengt, realiseerden Thomas en Heidi zich niet. Zo kunnen ze geen beroep doen op een wettelijke garantieregeling en is de zwartwerker niet verzekerd bij een ongeluk. Thomas: „Dat de schilder van de trap kan vallen, is zijn risico. Gelukkig was hij geen vreemde, ik wist dat hij het werk goed zou doen en had dus geen garantie nodig.” Heidi: „Maar als er iets vervelends zou gebeuren, hadden we wel pech.” Zelf werkt Thomas niet zwart. „Ik heb een vriend wel eens geholpen met een klusje, maar daar kreeg ik niets voor. Ik heb geen tijd om bij te beunen. Als ik die wel had, zou ik het doen.”
Op de vraag of ze weer een zwartwerker zullen inhuren bij een volgende klus, hoeven Thomas en Heidi niet lang na te denken. „Er is voorlopig geen klus te doen hier. Maar als er werk is, vragen we gewoon weer een zwartwerker. Het scheelt ons veel geld. We gunnen het de vutter ook. En we vertrouwen hem, hij had zelfs onze huissleutel.” Maar het is toch zonde? Heidi: „Het voelt niet verkeerd.”
Dit is het zesde deel in een serie over zwartwerken. Morgen deel 7.