Nog 26.000 puzzelstukjes te gaan
OUDERKERK A/D IJSSEL – Als vijfjarige maakte hij met zijn zus al een legpuzzel van 500 stukjes. Zijn nieuwste aanwinst telt er ongeveer 64 keer zo veel: 32.256. Jean-Paul Klostermann heeft al 6000 stukjes gelegd. Nu de andere 26.000 nog.
De 31-jarige inwoner van Ouderkerk aan den IJssel was een van de ongeveer 250 Nederlanders die onlangs een kartonnen legwerk van 5,44 meter breed en 1,92 meter hoog aanschaften. De stukjes van ongeveer 1,5 tot 2 centimeter groot hebben samen een gewicht van 17 kilo.
De puzzel van Ravensburger stelt een kunstwerk van Keith Haring voor. De legpuzzel is alleen geschikt voor mensen die jarenlang ervaring hebben. En die heeft Klostermann. „Toen ik twaalf jaar was, maakte ik een puzzel van 2000 stukjes en op mijn zeventiende jaar legde ik er een van 9000 stukjes. Die stelde de toren van Babel voor.”
De afgelopen jaren zijn er al talloze puzzelstukjes door de handen van Klostermann gegaan. „Ik heb twee puzzels gemaakt waar er 8000 of 9000 in zaten en drie of vier van 12.000 tot 13.000. Ook heb ik er twee van 18.000 gemaakt.” In november begon hij aan zijn nieuwste uitdaging. „Ik denk dat hij in juni of juli af is.”
Maar hoe maak je een puzzel van ruim 32.000 stukjes? Klostermann: „Je moet sowieso niet meteen met de grootste puzzel beginnen. Eerst moet je jarenlang ervaring opdoen.” Volgens hem zijn puzzels met 3000 tot 4000 stukjes voor mensen met ervaring „wel te doen.” Exemplaren met 5000 stukjes zijn „moeilijk.” „Maar 6000 is wat mij betreft de grens.” En die 32.000 dan? „Wanneer een puzzel uit meer dat 6000 stukjes bestaat, is hij opgebouwd uit twee of meer delen. Deze puzzel bestaat zelfs uit acht delen van 4000 stukjes. De acht delen worden met dezelfde stansmessen gemaakt. Je kunt ze dus op elkaar leggen en wanneer de delen af zijn, kun je ze in elkaar passen.”
Om de puzzel te kunnen maken, heeft Klostermann een systeem. In de kamer waar hij werkt, is dat goed te zien. In open dozen liggen tal van puzzelstukjes netjes gesorteerd. „Ik leg ze van licht naar donker en van smal naar breed.” Ook kijkt hij naar de dikte van de verbindingen van de stukjes. De moeilijkheid bij deze puzzel is dat de kleurvariatie niet zo groot is. Er zijn slechts zeven harde kleuren.
Normaal gesproken plakt Klostermann de puzzels op. „Wanneer ik er een af heb, maak ik er delen van 100 tot 150 stukjes van. Op die manier kan ik ze opplakken.” Diverse puzzels sieren de wanden van het huis van Klostermann. Maar voor de nieuwste aanwinst is er geen ruimte. „Ik mag hem ophangen in de zorgboerderij waar ik 2,5 dag in de week werk.”
De puzzelaar werkt op de Cornelishoeve in Haastrecht, waar hij onder andere koeien voert en schilderklussen doet. Voor zijn ouders hakt hij vaak hout. „Ik kan de hoge eisen die de maatschappij stelt niet aan.”
Welke kwaliteiten moet je eigenlijk hebben om zo’n grote puzzel te maken? „Je hebt geduld nodig. En je moet goed kunnen sorteren. Ook moet je oog hebben voor details.” Klostermann maakt het liefst puzzels die te maken hebben met de natuur. „Maar als ik een tijger maak, denk ik niet: „Dat is een tijger.” Ik kijk vooral naar de vormen en de kleuren.”
Klostermann besteedt ongeveer vijftien uur per week aan zijn hobby. Ravensburger heeft voor de puzzelaars een wedstrijd uitgeschreven. Wie als eerste de puzzel af heeft, krijgt zijn lengte in legpuzzels cadeau. Maar Klostermann doet daar niet aan mee. „Ik ga me niet haasten. Ik maak hem op mijn gemak.”
Op zoek naar het verhaal achter opmerkelijke berichtjes van het afgelopen jaar. Vandaag deel 1 in een serie.