Cultuur & boeken

Athanasius versus Arius

Athanasius (295-373) had als bisschop van Alexandrië te maken met zijn grote tegenspeler Arius, die de Godheid van Christus loochende. Op de vraag waarom Arius dat deed, geeft dr. P. F. Bouter in de inleidende studie ”Athanasius” een helder antwoord.

dr. M. A. van Willigen
22 December 2010 09:02Gewijzigd op 14 November 2020 12:59
Beeld Wikimedia
Beeld Wikimedia

In het boek staan aanvullende vertaalde teksten van Athanasius zelf. Die brengen de kerkvader dicht bij de lezer. Zo wordt een zeer belangrijke vroegchristelijke auteur voortreffelijk in beeld gebracht. Christus zou volgens Arius voorafgaand aan de overige schepping zijn geschapen, omdat God door Hem hemel en aarde tot stand wilde brengen. Dit wilde God omdat Hij zo verheven is, dat Hij zich niet kan bezighouden met stoffelijke zaken zoals de schepping van hemel en aarde. Hij liet dit aan Zijn Zoon over. Athanasius weerlegt dit standpunt door aan te geven dat God niet trots is, maar barmhartig en Zich juist wel met de mensen en de mensheid bezighoudt.

De antwoorden die Athanasius gaf aan Arius zouden ook kunnen worden gegeven in deze tijd. De visie van Arius wordt in het boekje beschreven als „een versimpeling die wel eenvoudig overkomt, maar tegelijk ook de helft van de waarheid kwijtraakt.” Wat Arius zegt, stijgt niet uit boven wat een mens kan begrijpen. Er is geen plaats voor het mysterie, voor wat boven het verstand uitgaat. Arius heeft in feite hetzelfde godsbeeld als de joden en islamieten nu ook hebben. Jezus is er alleen als een bijzondere tussenpersoon aan toegevoegd om de kloof tussen God en mens te overbruggen.

Kan een architect een huis maken zonder materiaal? Nee. Dan kan God dus ook het heelal niet scheppen uit het niets. Zo redeneert Arius, zegt Athanasius, maar hij neemt daardoor zijn menselijke begrip als maatstaf voor Gods almacht aan. Wat bij de mensen niet kan, kan dus bij God ook niet. Athanasius wees deze visie fel af, wat hem duur kwam te staan. Hij werd maar liefst vijf keer verbannen en keerde vijf keer uit ballingschap terug.

Tegenover Arius, die God als de ”Ongewordene” voorstelt, komt Athanasius met een ander standpunt, namelijk met God als de Vader. God is Vader omdat Hij een Zoon heeft. Omdat God altijd dezelfde is, is Hij eeuwig Vader en dus is Zijn Zoon ook eeuwig. Daarbij is er een groot verschil tussen een vader en een schepper. Een schepper maakt iets van materiaal buiten zichzelf, van een andere natuur. Maar als iemand vader wordt, wordt hij vader van iemand die van dezelfde natuur is als hijzelf. Zo heeft God de schepping wel gemaakt van een natuur die geheel anders was dan die van Hemzelf. Maar als Vader heeft Hij Zijn Zoon voortgebracht van dezelfde natuur als Hijzelf.

Athanasius wijst erop dat je bij God als Vader moet beginnen en niet bij de stelling dat God de Ongewordene is. Dan verlaat je het Bijbelse spoor. Jezus leert ons ook niet te bidden tot de Ongewordene, maar tot God de Vader. De kern van ons geloof heeft Jezus ook samengevat in het doopbevel, aldus Athanasius. Hij gebiedt hier niet om te dopen in de naam van de Ongewordene en de gewordene, maar in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

Het boek behandelt thema’s in Athanasius’ werk en bevat een beknopte levensbeschrijving, werken en een aantal teksten van de kerkvader. Opvallend hoe groot de inhoudelijke overeenkomsten zijn met andere auteurs in de Vroege Kerk. In deze studie worden vensters opengedaan.

Athanasius, dr. P. F. Bouter; uitg. Kok, Kampen, 2010; ISBN 978 90 435 1766 9; 160 blz.; € 17,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer