Nog één keer geschut in de kazemat
Wat onopvallend staat de kazemat S15 langs de Cuneraweg in Rhenen. Aan vrijwel niets is te merken dat hier in de meidagen van 1940 werd gevochten. De gerenoveerde kazemat wordt zaterdag opgeleverd en aan het publiek getoond.
Waar 63 jaar geleden zo hevig werd gevochten, is het nu rustig. Op de achtergrond het geluid van drukke autowegen. En dichterbij de vele vogels, die het autogeluid proberen te overstemmen. In zo’n omgeving staat de S15.
De kazemat -het Nederlandse woord voor bunker- is een klein betonnen gebouwtje met schietgaten. In de meidagen van 1940 stond er geschut in opgesteld. Voor de kazemat is recent een houtwal aangelegd. Dat is gedaan om te voorkomen dat bezoekers er hun auto voor parkeren en zo het zicht op het bouwwerk wegnemen.
De kazemat stond er enkele maanden geleden nog verwaarloosd bij. De schietgaten waren dichtgemetseld en er lag binnenzo veel afval, dat het interieur meer weg had van de binnenkant van een glasbak. Stichting De Greb, die de herinnering aan de slag op de Grebbeberg levend wil houden, heeft er veel aan gedaan om het bouwwerk weer toonbaar te maken.
Nu is er een nieuwe toegangsdeur aangebracht, en het gebouwtje is schoongemaakt. Het beton is nog wel zichtbaar aangetast. Waarschijnlijk is dat meer een gevolg van de slechte kwaliteit van het materiaal dan van granaatinslagen.
Echt veel klappen heeft de S15 niet op hoeven vangen. In de bunker zijn dan ook geen doden gevallen. Volgens Bernier Cornielje, die zich inzet voor Stichting De Greb, kwam de aanval van de Duitsers grotendeels over de weg en deels langs het riviertje De Grebbe, dat 100 meter voor de S15 ligt. „Langs het riviertje stonden geschutskoepels. Die hebben wel zwaar onder vuur gelegen.”
Van die koepels is niets meer terug te vinden. De Duitsers smolten het metaal in de oorlog om, voor eigen gebruik. Alleen in het bos, dicht bij de militaire begraafplaats, staan nog wat betonnen resten. Slechts een kenner zou op het idee kunnen komen dat er ooit geschut op heeft gestaan.
Comfort was er niet veel in de kazemat. De ruimte tussen het beton was nauwelijks groot genoeg voor enkele militairen en hun mitrailleurs. En de toegangsdeur aan de achterzijde was niet meer dan een metalen luik. De herrie binnen moet verschikkelijk zijn geweest, vertelt Cornielje. „De ratelende wapens stonden in een ruimte waar het geluid aan alle kanten weerkaatst.”
Een aantal wapens, nu museumstukken, staat zaterdag voor één keer weer opgesteld. Ze langer dan een dag laten staan, is volgens Cornielje onverantwoord. „Het zijn authentieke wapens. Er zijn altijd mensen die ze graag aan hun collectie toevoegen en ze ’s nachts op willen halen.”
De S15 is niet de enige kazemat die wordt getoond. Ook de vorig jaar gerestaureerde kazemat S17 kan vanaf 12.00 uur door het publiek worden bekeken. De S17 staat aan de Heimersteinselaan, midden in het bos, achter de militaire erebegraafplaats.
Rondom de bunker is nog een ondiepe loopgraaf te zien. Vrijwilligers hebben de loopgraaf enkele maanden geleden opengemaakt. „Zelfs na zestig jaar waren de contouren van de loopgraaf nog te zien”, aldus Cornielje.
Bij de S17 in het bos is aanmerkelijk heviger gevochten dan bij de kazemat aan de Cuneraweg. De bunker werd van meerdere kanten beschoten, totdat de Duitsers er op 12 mei 1940 in slaagden aan de achterkant te komen. Omdat daar geen geschut was, was de strijd toen snel over.
Een dag later viel de Grebbeberg. Sindsdien is 13 mei er nog altijd een gedenkdag. Cornielje vindt het niet uitzonderlijk dat de Grebbeberg al na enkele dagen viel. „Het leek alsof het een goede verdedigingslinie was, maar er stond hier vooral oude troep.”
Het is volgens Cornielje juist bijzonder dat de Nederlanders de Duitse overmacht zo lang hebben weten tegen te houden.
Zaterdag is rond de kazematten een programma met onder andere een fotopresentatie en een videodocumentaire. Er is ook een wandeling uitgezet. Belangstellenden kunnen ook via een route van de VVV een wandeling over de heuvel maken.