Justitie onderzoekt pedovereniging Martijn
ROTTERDAM (ANP) – Het openbaar ministerie (OM) onderzoekt de handel en wandel van pedofielenvereniging Martijn. Persofficier van justitie Ernst Pols zei dinsdag naar aanleiding van berichtgeving in het AD dat justitie een totaaloverzicht wil krijgen van de club en zijn aanhangers.
„We moeten er nu iets mee”, zei Pols. Martijn is de laatste tijd zo in het nieuws dat een oriënterend onderzoek volgens het OM niet kan uitblijven. Dit onderzoek kan uitmonden in een strafrechtelijk onderzoek, als het OM mogelijk strafbare feiten tegenkomt. Hoeveel tijd justitie nodig heeft voor het oriënterend onderzoek, is niet te zeggen.
Eén van de redenen dat Martijn onder de loep wordt genomen, is volgens aanklager Pols dat personen rond de club steunbetuigingen hebben geuit aan de verdachte(n) van de Amsterdamse misbruikzaak. Het OM beziet deze mensen volgens Pols „met meer dan gemiddelde belangstelling”.
Er zijn meer aanleidingen. Maandag werd in Rotterdam aangifte gedaan tegen Martijn, omdat via de site kinderporno zou worden uitgewisseld. In mei deed advocaat Yme Drost aangifte wegens medeplichtigheid aan en uitlokking van verkrachting van een peuter. In Haarlem deed de politie in oktober huiszoeking bij Martijn-voorzitter Ad van den Berg. De echtgenoot van hoofdverdachte Robert M. in de Amsterdamse misbruikzaak was ooit lid van Martijn en ten slotte riep de PvdA in de Tweede Kamer op tot een strafrechtelijk onderzoek.
Het onderzoek heeft in Rotterdam plaats, omdat daar het landelijk expertisecentrum kinderporno van het OM is gevestigd, onder leiding van een officier van justitie. Mochten gaandeweg het onderzoek meer organisaties dan Martijn aan het licht komen, neemt het OM die mee. „We zullen ons niet beperken tot Martijn”, aldus Pols.
De afzonderlijke onderzoeken in Haarlem en Zwolle blijven doorlopen, maar het OM Rotterdam coördineert alles. De teams moeten van elkaar weten wat ze doen en indien nodig wordt informatie uitgewisseld. Als elders in het land meer zaken rond Martijn de kop opsteken, worden die meegenomen in het oriënterende onderzoek.