Vier mannen vertelden donderdagavond over hun homofiele geaardheid. Twee van hen zijn met een man getrouwd, twee anderen kiezen er juist voor om hun seksuele verlangens niet in de praktijk te brengen. Vooral die laatste verhalen maakten veel indruk, zegt Johan Quist van de christelijke homo-organisatie RefoAnders. „Zulke mannen maken een enorme worsteling mee. Een van hen mocht getuigen hoe zijn geloof hem sterkt in die strijd. Ontroerend.”

Quist is blij dat Dordrecht de avond heeft georganiseerd en hij hoopt dat het ook in andere gemeenten zal gebeuren. „Maar eigenlijk moeten kerken zelf het initiatief nemen. De gemeente kan het wel faciliteren.”

Hier zit precies het pijnpunt van ds. G. van Wijk, predikant van de hervormde gemeente wijk 2, Augustijnenkerk. Hij is om principiële redenen niet naar de avond gegaan. „De scheiding tussen kerk en staat is in het geding. De burgerlijke gemeente wil specifiek met de orthodox-protestantse kerken om de tafel. Ze geeft daarmee een signaal af dat die een probleem zouden hebben rond homoseksualiteit dat moet worden opgelost. Merkwaardig. Gaan de gemeenten ook het gesprek aan met kinderdagverblijven nu er een verschrikkelijk incident is in Amsterdam? Dat zie ik zomaar niet gebeuren.”

De bijeenkomst in Dordrecht is uniek. Geen enkele gemeente organiseerde zo’n avond. Ds. Van Wijk ziet de bijeenkomst in het licht van het besluit van voormalig minister Plasterk om Dordrecht aan te wijzen als ”koplopergemeente” als het gaat om de acceptatie van homoseksuelen in kringen waar dit taboe is. „Dat is ongeoorloofde inmenging en een bedreiging van de ”modus vivendi” die ”scheiding van kerk en staat” heet. Juist door deel te nemen aan deze bijeenkomst werk je tegen wil en dank mee aan het succes ervan.”

Hoewel ds. J. M. J. Kieviet, predikant van christelijke gereformeerde kerk in Dordrecht-Centrum, dezelfde bezwaren heeft als ds. Van Wijk, is hij donderdagavond wel naar de bijeenkomst gegaan. „Juist om die bezwaren kenbaar te maken en er vragen over te stellen. Daar heb ik alle ruimte voor gekregen.”

De vrees dat de gemeente Dordrecht zich gaat mengen in het beleid van kerken omtrent homoseksuelen is bij de christelijke gereformeerde predikant afgenomen. „De burgemeester heeft mij verzekerd dat het uiteraard aan de kerken zelf is om te bepalen hoe zij in prediking en pastoraat omgaan met mensen met homofiele gevoelens.”

Ook voor ouderling G. J. Verbruggen van de gereformeerde gemeente in Dordrecht is de avond meegevallen. „Samen met twee diakenen ben ik met een open insteek naar de bijeenkomst geweest. Er is op een waardige en integere wijze over het onderwerp gesproken.”

Hoewel de burgemeester zei dat de gemeente Dordrecht zich niet wil inlaten met het beleid van de kerken op het gebied van homoseksualiteit, kon Verbruggen zich toch niet aan de indruk onttrekken dat de gemeente de acceptatie van de homoseksuele praxis wil bevorderen. „Dat proef je toch door alles heen.”

Verbruggen zal naar aanleiding van de bijeenkomst een appel doen op de kerkenraad om mensen met homofiele gevoelens „zorgvuldige, volhardende” pastorale zorg te geven. „Zij zitten vaak in grote nood. Dat wordt vaak niet onderkend.”

De oud gereformeerde gemeente in Dordrecht was donderdagavond niet vertegenwoordigd. „Wij hebben geen uitnodiging gezien”, zegt ouderling A. de Heer. Voorganger B. van den Boogaard van de Nederlandse hervormde vereniging Calvijn is evenmin uitgenodigd. „We hebben het onderwerp wel besproken op het klein convent in Dordrecht. Zelf moest ik donderdagavond catechisatie geven. Ds. Kieviet heeft ook namens onze kerk gesproken.” De kerkenraad van de gereformeerde gemeente in Nederland kreeg wel een uitnodiging en was van plan te gaan, maar moest wegens tijdsgebrek verstek laten gaan.

Burgemeester A. A. M. Brok heeft de avond als „zeer waardevol” ervaren. „Er was een brede opkomst en er werd erg goed geluisterd.” Brok vindt het belangrijk dat de burgerlijke en de kerkelijke gemeente over homoseksualiteit in gesprek gaan omdat er erg veel leed is op dit gebied. „Mensen voelen zich buitengesloten of zien zichzelf niet als volwaardig. Ik zoek actief de verbinding met de kerken om te zorgen dat er op zijn minst naar deze mensen wordt geluisterd.”

Het is volgens Brok nooit de bedoeling geweest om op welke wijze dan ook in te grijpen in het beleid van kerken als het gaat om homoseksualiteit. „We hanteren een strikte scheiding tussen kerk en staat. Maar kerk en gemeente komen dezelfde nood tegen. We hadden dit gesprek ook kunnen voeren over mensen die eenzaam, verslaafd of ontwricht zijn.”

Initiatiefneemster en CDA-raadslid Van Wenum-Kroon is „bijzonder bemoedigd” na de bijeenkomst van donderdagavond. „Ik heb er van tevoren echt van wakker gelegen. Ik kom zelf uit de gereformeerde gezindte en weet hoe gevoelig het onderwerp daar ligt. Maar als iemand uit de gereformeerde gemeente mij na afloop bedankt voor het organiseren van deze avond, doet me dat bijzonder goed.”

Van Wenum heeft samen met raadslid Schalken van Beter Dordt het initiatief genomen, omdat volgens haar de kerken het zelf niet doen. „En áls een van de kerken zo iets zou organiseren, zou er niet zo’n brede opkomst geweest zijn. Nu waren vijftien verschillende kerkverbanden vertegenwoordigd.” Het CDA-raadslid hoopt dat het de eerste maar ook de laatste keer is geweest dat de gemeenteraad zo’n bijeenkomst organiseert. „Wat mij betreft pakken de kerken het onderwerp nu verder op. Dan is mijn doel bereikt.”