Rechter schrapt koopzondag Harenkarspel
DEN HAAG – De gemeente Harenkarspel heeft zichzelf onterecht aangewezen als toeristisch gebied om daarmee extra koopzondagen toe te staan.
Dat heeft de Haagse rechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) vrijdag bepaald.
Op grond van de vermeende toeristische aantrekkingskracht mochten winkels in Harenkarspel sinds 2009 iedere zondag de deuren openen, in plaats van op de maximaal twaalf koopzondagen die de wet normaal gesproken toestaat.
De rechter haalt daar nu een streep door en stelt dat de gemeenten de toeristische aantrekkingskracht onvoldoende heeft onderbouwd.
De gemeente zou slechts volstaan „met een opsomming van attracties zonder dat enig onderzoek is gedaan naar de mate van hun toeristische aantrekkingskracht”, aldus de rechter.
Eerder dit jaar bepaalde de commissie voor bezwaar- en beroepsschriften van Harenkarspel al dat de gemeente te soepel was omgesprongen met het begrip toerisme om daarmee een vrije koopzondag in te voeren.
Burgemeester Brommet van de gemeente had daar tegenover de gemeenteraad al eerder voor gewaarschuwd en overwoog toen zelfs het raadsbesluit voor een vrije koopzondag voor te dragen ter vernietiging door de kroon, zoals CDA-burgemeester Van der Tak in 2009 met succes deed bij een koopzondagenbesluit in de gemeente Westland.
Een dezer weken doet de Raad van State overigens uitspraak in de bodemprocedure die de gemeente Westland aanspande tegen die vernietiging.