Van hen bezwijken 131.000 aan longkanker en de rest aan andere kankersoorten, hart- en vaatziekten en long- en andere ziekten die samenhangen met roken. Vanaf 1950 telde Nederland al 800.000 tabaksdoden, zodat het totaal komt op 1,2 miljoen.

Dat blijkt uit een rekenmodel dat onderzoekers van het Erasmus Medisch Centrum en het Instituut Maatschappelijke Gezondheidszorg in Rotterdam hebben opgesteld. De berekeningen over de risico’s en voortijdige sterfte staan vandaag in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.

De onderzoekers noemen het aannemelijk dat vanaf 2015 meer vrouwen dan mannen zullen sterven aan longkanker. De afgelopen tientallen jaren stierven juist meer mannen aan die ziekte omdat zij vaker rookten. Over twaalf jaar halen vrouwen hen in. Zij maken deel uit van de geboortegolf, gingen roken tijdens de emancipatiebeweging in de jaren ’60 en komen nu op een leeftijd waarin een verhoogd risico op tabaksgerelateerde ziektes ontstaat.

De rekenmethode toont een enorm verschil in ziektes en sterfte tussen rokers en niet-rokers. Van de niet-rokers sterft een op de zes voor zijn 70e verjaardag. Bij de rokers haalt een op de drie de 70 niet. De helft van de voortijdige sterfgevallen onder rokers wordt veroorzaakt door het roken zelf.

De onderzoekers vinden dat mensen het risico om als roker voortijdig te overlijden door het roken ernstig onderschatten. Dat risico is 6 tot 15 procent. Ter vergelijking: Mensen lopen 0,19 procent risico om voor hun 75e levensjaar te overlijden aan huidkanker door overdadig zonnebaden.