Sbaa is van Marokkaanse afkomst en woont sinds zijn vijfde in Nederland. Hij is één van de vier mannen die in de zomer van 2009 in Kenia bij de grens van Somalië werden opgepakt. Dat gebeurde omdat ze volgens justitie onderweg zouden zijn naar een trainingskamp voor moslimextremisten. De zaak tegen Sbaa werd in Nederland echter gesloten wegens gebrek aan bewijs.

Desondanks werd zijn verblijfsvergunning na dertien jaar ingetrokken. Daarom zette justitie hem in vreemdelingenbewaring. Sbaa kon niet tegen het strenge gevangenisregime en besloot daarom uit eigen beweging naar Marokko te vertrekken.

Mensenrechtenorganisaties in Marokko waarschuwden hem nog om dit niet te doen, omdat de AIVD contact had gezocht met hun Marokkaanse zusterdienst. Sbaa reisde toch af. Ondanks het feit dat er volgens Schüller nadrukkelijk met de Nederlandse Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) was afgesproken de Marokkaanse autoriteiten niet te informeren, stonden die Sbaa toch op het vliegveld op te wachten.

„Hij is direct na aankomst opgepakt. Sbaa heeft een onmenselijke behandeling ondergaan met de bedoeling hem een valse bekentenis te laten afleggen. Tijdens de eerste week werd hij geslagen, vastgebonden en geïntimideerd. Ook werd het hem onmogelijk gemaakt om te slapen”, vertelt Schüller. „Onder die druk is hij bezweken.”

Sbaa heeft verklaringen afgelegd en namen verzonnen omdat hij niet bestand was tegen de voortdurende druk van zijn ondervragers, legt de advocaat uit. „Hij is gedwongen om een valse bekentenis te ondertekenen. Na een week is hij overgebracht naar de gevangenis in Rabat. Daar wacht hij sindsdien in mensonterende omstandigheden op de eerste zitting van de rechtbank die naar verluidt op 6 december zal plaatsvinden.”

Sbaa heeft verder gezegd dat hij alleen op basis van Nederlandse informatie is ondervraagd. „Deze informatie is afkomstig van de AIVD. Die had contact gezocht met de Marokkaanse veiligheidsdienst, terwijl de AIVD wist of had moeten weten dat mijn cliënt daardoor groot gevaar liep”, aldus Schüller. „Ik heb van Sbaa en van betrouwbare andere bronnen begrepen dat de AIVD daarom een zeer kwalijke rol speelt in deze kwestie.”

Een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken kan niet reageren, omdat het in deze zaak niet om een Nederlands staatsburger gaat.