De oversteekplaatsen zijn op twee momenten getest. Overdag en ‘s nachts keek de ANWB naar aspecten als het ontwerp, de zichtbaarheid voor weggebruikers en de toegankelijkheid voor de voetganger.

De ANWB adviseert wegbeheerders maatregelen te nemen om de zichtbaarheid te verbeteren. „Dit kan door duidelijkere borden en wegmarkeringen aan te brengen en geen obstakels te plaatsen die het zicht voor aankomende voertuigen of overstekende voetgangers belemmeren”, aldus de ANWB.

De onderzoekers adviseren om lange oversteekplaatsen te voorzien van een vluchtheuvel halverwege. Dit is niet alleen veiliger voor de voetganger, maar het komt ook de zichtbaarheid ten goede.

De toegankelijkheid voor mindervaliden blijkt niet altijd optimaal. Om die te verbeteren zouden er geleidelijnen voor slechtzienden en akoestische voorzieningen voor slechthorenden geplaatst kunnen worden. Voor mensen in rolstoelen, met rollators en scootmobielen zouden brede opritten en voldoende vluchtheuvels een uitkomst zijn. „Te vaak zijn opritten te steil, te smal of helemaal niet aanwezig”, aldus de test van de ANWB.

De zebrapaden in Amsterdam en Nijmegen kregen een voldoende als eindoordeel. Rotterdam scoorde iets beter met ‘goed’ .