Dat blijkt uit het overleg dat Verhagen donderdag in Den Haag had met de provincies Groningen, Drenthe en Friesland. Het spoedberaad volgde op het afblazen van het proefproject voor ondergrondse opslag in Barendrecht vorige week.

Het vorige kabinet had drie plaatsen in het Noorden aangewezen voor ondergrondse CO2-opslag in lege aardgasvelden: Boerakker en Sebaldeburen in Groningen en Eleveld in Drenthe. Volgens de Groningse gedeputeerde Marc Jager (CDA) heeft de minister nu „de principiele uitspraak gedaan” dat draagvlak niet het belangrijkste argument is in de discussie over ondergrondse opslag. De afgelopen weken hebben steeds meer noordelijke gemeenteraden zich tegen de plannen voor CO2-opslag gekeerd. Ook de provincie Friesland is mordicus tegen. Drenthe twijfelt nog en Groningen is voorstander.

„De minister wil wel de dialoog met het Noorden aangaan, maar zal geen vetorecht geven aan individuele gemeenten om het nationale klimaatbeleid te blokkeren”, aldus Jager.

De minister heeft in het gesprek onderstreept dat Barendrecht niet alleen is afgeblazen wegens gebrek aan draagvlak bij de bevolking, maar dat andere overwegingen een grotere rol hebben gespeeld. Een van de belangrijkste redenen was dat het project forse vertraging had opgelopen. Ook is Barendrecht niet essentieel voor opslag van CO2.

In het Noorden ligt dat anders, wegens de bouw door Nuon en Essent van twee grote kolencentrales in de Eemshaven. In de oorspronkelijke plannen is het altijd de bedoeling geweest om de CO2-uitstoot van beide centrales op te vangen en op te slaan in lege aardgasvelden.

Greenpeace laat in een reactie weten dat ze „hogelijk verbaasd is over het doordrukken” van CO2-opslag in Noord-Nederland. „Blijkbaar heeft minister Verhagen geen lering getrokken uit het protest in Barendrecht. Er is geen plek in Nederland waar mensen CO2 onder hun huis willen”, aldus een woordvoerder van Greenpeace. Volgens de milieuorganisatie wordt „CO2-dumping” gebruikt om de bouw van de kolencentrales in de Eemshaven goed te praten.