Uniek bronnenmateriaal in biografie Kröller-Müller
Een kist met 3400 brieven ligt aan de basis van de binnenkort te verschijnen biografie van Helene Kröller-Müller (1869-1939), de grondlegster van het gelijknamige museum in Otterlo.
Dankzij dit unieke bronnenmateriaal kon auteur Eva Rovers een nieuw licht werpen op de bekendste kunstverzamelaarster van Nederland.
Kröller-Müller blijkt inderdaad van groot belang te zijn geweest voor de acceptatie van moderne kunst in Nederland. Aan haar verzamelwoede lag niet zozeer een grote kunstliefde als wel een bijna religieuze missiedrang ten grondslag. En hoewel ze het grootste deel van haar leven in Nederland heeft gewoond, blijkt haar Duitse afkomst tot haar dood een grote rol te hebben gespeeld in haar opvattingen over kunst en politiek. Rovers promoveert maandag 15 november op haar onderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen.
In december 2005 ontving het Kröller-Müller Museum in Otterlo als schenking het archief van Sam van Deventer, een vertrouweling van Helene Kröller-Müller. Deze ”kist van Van Deventer” bevatte onder meer 3400 brieven, het overgrote deel geschreven door Helene zelf. Eva Rovers kreeg als eerste en enige inzage in dit archief: „Helene komt erin naar voren als een koppige en vasthoudende vrouw. Ze ontsloeg de architect Ludwig Mies van der Rohe, maakte zodanig ruzie met Berlage dat hij zelf ontslag nam en was ook voor veel anderen in haar omgeving een moeilijk mens, maar ze wilde graag haar inzichten en haar verzameling met andere mensen delen.”
Het was deze missiedrang die haar ertoe bracht om haar collectie moderne kunst, één van de grootste van Europa, al in 1913 toegankelijk te maken voor publiek. Dat kon tot in de jaren dertig alleen in haar tentoonstellingsruimte uitvoerig kennismaken met grootheden als Van Gogh, Picasso en Mondriaan.
Er waren tijden waarin Kröller-Müller Picasso’s en Mondriaans kocht, zoals andere dames zich hoeden en handtassen aanmaten. Ooit kwam ze, na drie dagen Parijs, thuis met vijftien schilderijen van Vincent van Gogh, een kunstenaar die toen nog zeer controversieel was. Uiteindelijk zou ze bijna driehonderd van zijn werken bezitten. „Door zo vroeg al Van Goghs te kopen, er flinke bedragen voor te betalen, en ze bijvoorbeeld ook op tour door Amerika te laten gaan, was zij van grote invloed op de waardering van zijn werk,” aldus Rovers.
Uit haar brieven blijkt dat haar Duitse afkomst altijd een rol is blijven spelen in haar leven. Ze woonde voor de Eerste Wereldoorlog al in Nederland, maar ontdekte tot haar frustratie dat ze vanwege die oorlog met de nek werd aangekeken. Daarom besloot ze als verpleegster in een Duits veldhospitaal in Luik te gaan werken. Ook later bleef ze pro-Duits en ontwikkelde ze sympathie voor het nationaalsocialisme.
Niettemin was ze ontzet toen enkele maanden voor haar dood, in september 1939 haar vaderland opnieuw een oorlog ontketende. Ondanks haar Duitse achtergrond heeft ze altijd vastgehouden aan haar voornemen om haar museum in Nederland te bouwen en te schenken aan het Nederlandse volk. Juist om te laten zien dat kunst boven de uitwassen van de tijd stond.
De biografie over een mecenas pur sang als Kröller-Müller is extra interessant in het huidige politieke klimaat, waarin de overheid zijn handen aftrekt van de kunst. Het boek maakt duidelijk hoe belangrijk particuliere mecenassen zijn voor kunstwereld. Verzamelaars als Helene Kröller-Müller hebben de basis gelegd voor talrijke musea wereldwijd. Haar motieven bestonden niet alleen uit een behoefte om het volk te verheffen, maar filantropie had er wel een groot aandeel in. Rovers: „Mensen zoals zij verwijlen altijd een beetje op de grens van filantropie en zelfverheerlijking. Maar ze heeft echt de filantropische behoefte gehad om een monument van cultuur achter te laten. En dat is haar ook gelukt.”
Eva Rovers (Eindhoven, 1978) studeerde taal- en cultuurstudies aan de Universiteit Utrecht. Ze werkt voor het Biografie Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen en was onder meer gastredacteur voor het Oxford Journal of the History of Collections. Ze promoveert bij prof.dr. J.W. Renders en prof.dr. W. Krul aan de Rijksuniversiteit Groningen. Van het proefschrift verschijnt een handelseditie bij uitgeverij Bert Bakker/Prometheus met als titel ”De eeuwigheid verzameld”.
Naar aanleiding van het verschijnen van het boek heeft Rovers een tentoonstelling ingericht in het Kröller-Müller Museum, getiteld ”De mannen van Helene. Het leven, de liefde, de kunst en het bouwen”. Gedurende de tentoonstelling is ook een documentaire te zien van Leo de Boer voor IDTVdocs/NTR, die Rovers volgt bij haar onderzoek.