Jaarlijks worden in Nederland zo’n acht- tot tienduizend vreemdelingen voor kortere of langere tijd opgesloten in een cel, terwijl ze geen strafbaar feit hebben gepleegd. Sinds het rapport van de organisatie twee jaar geleden hierover is niets wezenlijks veranderd, aldus Amnesty.

De organisatie roept de Nederlandse overheid op alsnog een aantal wezenlijke verbeteringen door te voeren, zoals het in de wet vastleggen dat kwetsbare mensen niet in vreemdelingendetentie horen.

Volgens het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens heeft iedereen recht op vrijheid. Dat recht mag worden beperkt of ontnomen onder bepaalde omstandigheden, maar alleen als het echt niet anders kan. Het is een uiterst middel, aldus Amnesty.

Vreemdelingen die Nederland moeten verlaten, moeten eerst de gelegenheid krijgen dit uit eigen beweging te doen. Ook vindt Amnesty dat alternatieven meer moeten worden toegepast, zoals een periodieke meldplicht, garantstelling door familie of vrienden, een borgsom of elektronisch toezicht. De organisatie noemt voorbeelden van Australië en België waar alternatieven goed hebben uitgepakt.

Nederland maakt nauwelijks gebruik van alternatieven. Vreemdelingen worden volgens de organisatie vrijwel standaard opgesloten. Daarbij zijn ze vaak slechter af dan strafrechtelijk gedetineerden, terwijl ze geen misdrijf hebben gepleegd.

Volgens Amnesty is voor veel vreemdelingen een licht regime toereikend, met meer bewegingsvrijheid, meer contact met de buitenwereld en minder veiligheidsmaatregelen zoals visitatie en isolatie.