Als de zee heftig ademt, volgt een alarm
LELYSTAD (ANP) – Bij een storm in Nederland vrezen we soms voor lekkage aan het platte dak of voor een kras op de auto door rondvliegende takken. Bij onstuimig weer maken we ons zelden zorgen over een dijkdoorbraak. En dat is maar goed ook, volgens J. Kroos, hoofd Stormvloedwaarschuwingsdienst (SVSD). „In principe zijn we veilig als we het water goed in de gaten houden.”
De dienst van Kroos let met 22 mensen op de waterstanden langs de kust. Op schermen worden de weersverwachting, het getijde en computermodellen in de gaten gehouden. „Via deze modellen zien wij de adem van de zee”, legt Kroos uit. Het getij en de wind kunnen een stormvloed veroorzaken. Aan de hand van deze animaties voorspelt de SVSD de waterstanden en op basis van die voorspellingen krijgen waterschappen, hulpdiensten en dijkbeheerders een waarschuwing.
De SVSD kent drie waarschuwingen: een voorwaarschuwingspeil, een waarschuwingspeil en een alarmpeil. Bij het bereiken van het waarschuwingspeil sluit bijvoorbeeld de stormvloedkering in de Oosterschelde. „Dit komt gemiddeld eens per jaar voor”, aldus Kroos. Zonder de dijken zou iets meer dan de helft van Nederland twee keer per dag onder water staan. In het gebied dat een meter onder de zeespiegel ligt, woont 70 procent van de inwoners van het land.
Tijdens de watersnood in 1953 steeg het water tot 455 centimeter boven NAP. „Dit was een hoge stormvloed. Zo’n waterstand komt volgens de statistieken maar eens in de 300 jaar voor”, legt Kroos uit.
Op 9 november 2007 was er voor het laatst sprake van een stormvloed. Bij Vlissingen steeg het water tot 367 centimeter. „Op het moment dat het water tot 510 centimeter stijgt, hebben we een probleem. Dijkbewakers krijgen de zenuwen als het water tot een meter onder dat kritieke peil stijgt.” Bij zo’n extreme stijging worden de dijken gecontroleerd en keringen gesloten.
Volgens Kroos is Nederland goed beveiligd tegen het hoge water. De alarmering van de SVSD is essentieel voor het werk van bijvoorbeeld dijkbeheerders en hulpdiensten. Na een alarm van de SVSD komen honderden mensen binnen een halfuur in actie. „Bij een alarmpeil bellen we dijkbeheerders uit hun bed. Zij besluiten of een kering dichtgaat of dat een gebied wordt afgezet. Ze lopen letterlijk en figuurlijk alle dijken na.”
De afdeling van Kroos werkt met computermodellen. „We kunnen de contouren van een storm een week van tevoren zien aankomen.” Op zo’n moment kan de storm nog alle kanten op. Bij alleen een harde wind is er volgens Kroos beslist nog geen sprake van paniek. „Pas bij een noordwestenwind en hoog tij kan het water extreem stijgen. Maar bij eenzelfde windkracht en doodtij is er niets aan de hand.” De computermodellen van Kroos zijn belangrijk, maar niet de enige leidraad. „Als het moet, kunnen we op basis van ervaring op de achterkant van een luciferdoosje een stormvloed voorspellen.”