Dat staat in het aangepaste wetsvoorstel van de ministers Donner van Justitie en Remkes van Binnenlandse Zaken waarmee het kabinet vrijdag instemde. Tot nu toe zijn mensen alleen verplicht hun identiteitsbewijs bij zich te hebben in de auto, op het werk en in het openbaar vervoer. De bewindslieden hebben hun voorstel voor een uitgebreide identificatieplicht iets gewijzigd, na de adviezen en kritiek die organisaties hadden geleverd.

De meeste organisaties waren bezorgd over de schending van de privacy. Zij vreesden dat politie, opsporingsambtenaren, de marechaussee en toezichthouders mensen willekeurig om hun identiteit zouden vragen. Maar de ministers benadrukken in het wetsvoorstel dat de identiteitscontroles moeten passen bij hun taakuitoefening. Ook het vreemdelingentoezicht verandert niet. De politie mag alleen vragen om de identiteit als zij „een geobjectiveerd redelijk vermoeden” van illegaal verblijf heeft.

Donner zelf wilde aanvankelijk de draagplicht voor identiteitsbewijzen vanaf twaalf jaar invoeren. Remkes voelde meer voor veertien jaar, liet hij eerder doorschemeren. Andere politieke partijen zoals de PvdA keurden twaalf jaar eveneens af.

Het kabinet wil geen nieuwe, aparte identificatiekaart invoeren. De huidige persoonsbewijzen als paspoort en identiteitskaart voldoen. Ook het rijbewijs is geldig, maar is niet voldoende om de verblijfstitel en nationaliteit aan te tonen. Vreemdelingen moeten documenten hebben die in de Vreemdelingenwet zijn omschreven. Doel van de uitgebreide identificatieplicht is de wet- en regelgeving beter te handhaven. Het kabinet is niet bang dat buitenlanders onevenredig worden getroffen, omdat controle nodig moet zijn voor de taakuitoefening.