Ontzetting over bloedbad in kerk
BAGDAD (AP) – Rouw en angst heersten maandag onder de christenen in Irak. Het bloedbad dat islamitische extremisten zondag aanrichtten in een kerk in Bagdad was de jongste in een lange reeks gewelddaden die de gelovigen het land in drommen hebben doen ontvluchten.
Voor het bedehuis in de hoofdstad waar het gijzelingsdrama zich zondagavond afspeelde, staat Raed Hadi tegen de auto met de kist van zijn neef geleund. Hij wacht tot hij van de politie het kerkhof op mag rijden om hem te begraven. „Daarbinnen was een bloedbad en nu zijn ze het aan het schoonmaken”, zegt hij. „Wij christenen worden niet genoeg beschermd. Wat moet ik nu? Het land verlaten en asiel zoeken?”
„Nu staan ze hier met veel vertoon”, schampert Jamal Jaju over de veiligheidstroepen, die een afzetting rond de kerk oprichten en nieuwsgierigen op een afstand houden. „Wat kan ik zeggen? Ik heb hier minstens twintig vrienden verloren.”
Rond de 120 mensen woonden zondagavond de dienst bij toen de terroristen de kerk bestormden en de aanwezigen in gijzeling namen. Minstens 58 mensen kwamen om het leven –waarvan 52 in de kerk– en 78 raakten gewond.
Onder de doden waren ook twaalf politiemensen en vijf voorbijgangers, die omkwamen toen de aanvallers de nabijgelegen effectenbeurs bestookten en een autobom lieten ontploffen, mogelijk als schijnaanval. De Islamitische Staat Irak, een met al-Qaida verbonden organisatie, eiste de verantwoordelijkheid voor de actie op.
Het was maandag nog onduidelijk of de gijzelaars door toedoen van de terroristen of tijdens de reddingsactie van Iraakse veiligheidstroepen omkwamen. Volgens twee veiligheidsfunctionarissen kwamen dertig gijzelaars om toen een van de aanvallers in een kelder explosieven tot ontploffing bracht. „Wij hebben nog geen duidelijk beeld of de kerkbezoekers door kogels van veiligheidstroepen of door terroristen zijn gedood. Wat wij wel weten is dat de meesten zij gedood toen de veiligheidstroepen tot een bestorming overgingen”, zegt het christelijke parlementslid Younadem Kana. Hij veroordeelt de actie als „overhaast” en „onprofessioneel.”
„Dit is meer dan een tragedie”, zegt minister voor Mensenrechten Wijdan Mikheil, die ook christen is. In een gesprek met journalisten voor de kerk moet zij haar tranen bedwingen. „Wat met de Irakezen in het algemeen en met de christenen in het bijzonder gebeurt, is een poging hen uit het land te verdrijven. Maar wij hopen dat de Irakezen één blijven.”
Sinds de val van Saddam Hoessein in 2003 nemen militante islamisten christenen systematisch in het vizier. Maakten katholieken in 1980 nog 2,89 procent van de bevolking uit, in 2008 vormden ze nog maar 0,89 procent van de inwoners.
Een van de vluchtelingen is Karim Khalil. Hij vluchtte vorig jaar met zijn gezin naar Syrië, omdat hij vanwege zijn geloof gevaar liep in Bagdad. „Iraakse milities bedreigden mij. Ze zeiden dat ik aan de kant van de Amerikanen stond, omdat ik christen ben”, zegt de 49-jarige man. „Ze zeiden dat ik zou worden omgebracht als ik in Irak zou blijven.” Hij liet al zijn bezittingen achter en woont nu met zijn vrouw en vijf kinderen in Damascus.
Veel andere Iraakse christenen in Syrië willen niet geïnterviewd worden naar aanleiding van de aanslag. Zij zijn bang voor hun familieleden die in Irak zijn achtergebleven.
De Iraakse autoriteiten troffen maandag wel aanvullende beschermingsmaatregelen voor christelijke gemeenten en kerken in Mosul, Kirkuk en Bagdad. Voor veel kerken stonden politieauto’s en wegversperringen. Veel christenen vinden de bescherming onvoldoende.