Binnenland

„Bewuste keuze voor gevaarlijk gebied”

APELDOORN – Terwijl de veiligheidssituatie in Afghanistan verslechtert, blijven hulpverleners zo lang mogelijk op hun post. „Het is de keuze van onze organisatie en onze werkers om in gevaarlijke gebieden actief te zijn.”

L. Vogelaar
26 October 2010 12:31Gewijzigd op 14 November 2020 12:16

ZOA-Vluchtelingenzorg volgt de ontwikkelingen met bezorgdheid, zegt woordvoerder E. Suithoff. „Verschrikkelijk wat er met een van onze collega’s is gebeurd.” Gisteren werd bekend dat een Nederlandse hulpverlener met zijn Afghaanse chauffeur is ontvoerd in het noorden van Afghanistan, de regio waar ook ZOA actief is. „Uiteindelijk is onze doelgroep hier weer de dupe van. Wij werken in dergelijke gebieden omdat kwetsbare bevolkingsgroepen ons juist daar zo hard nodig hebben.”

Voor ZOA is het geen aanleiding mensen terug te trekken of extra veiligheidsmaatregelen te nemen. „Onze keuze voor gevaarlijke gebieden betekent dat we op veel dingen voorbereid zijn. Maar ook dat we daar weinig ruchtbaarheid aan geven, ter bescherming van onze mensen.”

Van de elf landen waar ZOA werkt, is Afghanistan een van de gevaarlijkste. De organisatie is er sinds 2000 actief. ZOA werkt in dorpen die door oorlogsgeweld zijn geteisterd en waar soms grote groepen vluchtelingen vanuit Iran en Pakistan terugkeren. Daarnaast wordt hulp bij rampen geboden, zoals na de overstromingen van begin vorig jaar.

Vorig jaar rondde de organisatie in meer dan 400 dorpen de opbouw van infrastructuur af: er werden wegen en putten aangelegd en scholen gebouwd. In de overige 230 dorpen moeten de projecten dit jaar gereed zijn. ZOA stelde zich voor dit jaar ook ten doel haar activiteiten uit te breiden naar nieuwe districten en provincies, waar mensen nog niet bereikt zijn met projecten op het gebied van landbouw, levensonderhoud, irrigatie, water, sanitatie en hygiëne.

Ondanks de verslechterende veiligheidssituatie liggen de werkzaamheden op schema, zegt Suithoff. „Het is prachtig als je bijvoorbeeld een dorp van drinkwater kunt voorzien door ondergrondse irrigatiekanalen te herstellen.” Nederlandse hulpverleners zijn ook actief op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg en werkgelegenheid.

Vorige week werd bekend dat bedrijven en hulporganisaties voor miljoenen euro’s aan projecten in Afghanistan annuleren wegens het aanstaande verbod op private bewakers. Allerlei bouw- en hulpactiviteiten komen daardoor stil te liggen. Het Dutch Consortium for Uruzgan (DCU), waarin ZOA met vier andere hulporganisaties samenwerkt, verklaarde echter geen last te hebben van het naderende verbod, omdat het nooit gebruikmaakt van bewapende beveiligingsdiensten.

Internationale hulporganisaties meldden vorige maand dat de humanitaire werkzaamheden in Afghanistan steeds moeilijker uit te voeren zijn. Nog nooit sinds het begin van de invasie van het Centraal-Aziatische land in 2001 was de toestand zo gevaarlijk. Hulpverleners zijn geregeld het doelwit van strijders van de strengislamitische taliban of van criminele bendes.

De afgelopen maanden waren er zeker drie ernstige incidenten waarbij buitenlandse hulpverleners waren betrokken. Vorige maand werd de Britse Linda Norgrove met drie collega’s gekidnapt. De 36-jarige Norgrove kwam op 8 oktober om het leven tijdens een bevrijdingsactie door Amerikaanse militairen.

Op 10 augustus kwam een christelijk medisch team dat bestond uit zes Amerikanen, twee Afghanen, een Duitser en een Brit om bij een hinderlaag. En in juli vielen strijders van de taliban het kantoor van ontwikkelingsorganisatie DAI aan in de stad Kunduz. Daarbij kwam een Britse beveiliger om.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer