Essent: Nederlandse economie klimt uit dal
Als de ’elektriciteitsmeter’ van Essent niet bedriegt, dan is de economie in Nederland uit het dal geklommen. Het grootste stroombedrijf merkt dat aan het stijgende energiegebruik van bedrijven.
Dat is sinds een maand of drie „beduidend” toegenomen, aldus bestuursvoorzitter W. Wiechers van Essent dinsdag bij de presentatie van de jaarcijfers 2002.
Naast Brabant, volgens Wiechers de groeimotor van de Nederlandse economie, is de toegenomen bedrijvigheid ook merkbaar in Limburg. „En Noord-Nederland doet ook mee.”
Ondanks deze waarneming en de betere resultaten die Essent in 2002 boekte, is Wiechers voorzichtig met het uitspreken van een prognose voor het lopende jaar.
Daarvoor zijn de onzekerheden nog te groot. Hij houdt het er voorlopig op dat Essent de resultaten over 2003 met vertrouwen tegemoetziet.
Essent (energie, kabel, milieu en afval) draaide vorig jaar een omzet van 6,9 miljard euro, een stijging met bijna 10 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. Ook de winst voor belastingen steeg, met 11 procent naar 434 miljoen euro. De nettowinst daalde daarentegen van 414 miljoen euro naar 311 miljoen euro. Dat kwam vooral doordat het concern net als zijn branchegenoten voor het eerst vennootschapsbelasting over de distributie van energie is gaan betalen.
Met uitzondering van milieu draaiden alle divisies van Essent goed. Milieu had vooral last van de export van 3,5 miljoen ton Nederlands afval naar Duitsland. Daar hoeft geen heffing te worden betaald op het storten van brandbaar afval. Door deze gang van zaken kampt Essent met onderbezetting van de verwerkingsinstallaties in Nederland.
Het concern beraadt zich op maatregelen bij de divisie milieu, die waarschijnlijk banen gaan kosten. Van de Nederlandse overheid verwacht Wiechers compensatie voor het ontbreken van heffingen in Duitsland, een situatie die tot 2005 voortduurt.
De Essent-topman waarschuwde dinsdag voor „vertroebeling” van de discussie over de liberalisering van de energiemarkt en de privatisering van de voormalige nutsbedrijven.
In dat verband bekritiseerde hij de Algemene Energie Raad. Het adviesorgaan voor regering en parlement liet vorige week onder andere weten dat de liberalisering van de Europse energiemarkt kan leiden tot de vorming van een grote leverancier die tegen hogere prijzen stroom levert.
Volgens Wiechers deugt deze analyse van de raad niet. Dergelijk misbruik van machtpositie is volgens hem nauwelijks mogelijk omdat grootzakelijke afnemers en kleinere marktspelers „relatief eenvoudig” zelf productievermogen kunnen bouwen als dat prijstechnisch interessant is. De scheidend bestuursvoorzitter meent dat de raad er beter aan doet na te denken over de rol die de Nederlandse energiebedrijven kunnen spelen bij al „het Europees geweld.”