VN 65 jaar: doormodderen toch maar beste keus
UTRECHT – De Verenigde Naties zouden ons behoeden voor de „gesel van de oorlog.” Maar na 65 jaar struikelt het recht nog even hard op de straten als bij de oprichting van de VN in 1945.
Peter Baehr houdt van een nuchtere benadering. „Als je kijkt naar de bombastische teksten over wereldvrede zou je teleurgesteld worden”, vertelt de hoogleraar mensenrechten aan de Universiteit Utrecht. „Maar omdat er geen organisatie is die het beter doet, zou ik zeggen: Modder gerust maar door.”
Samen met zijn collega Leon Gordenker schreef Baehr (spreek uit: Beer) bij de 65e verjaardag van de VN het boek ”Moet de VN niet met pensioen?” (uitg. Het Spectrum, 19,99 euro). Daarin zouten ze hun kritiek niet op, maar pleiten ze beslist niet voor een pensioen.
Het doel van oprichting in 1945 was het voorkomen van nieuwe wereldoorlogen. „Door het falen van de Volkenbond wist men dat er iets beters moest komen. En deze organisatie is in elk geval bij elkaar gebleven. Bovendien zijn nu alle 192 landen op de wereld lid, terwijl men in 1945 met zo’n 50 begon. In die zin zijn de VN dus een groot succes”, vertelt Baehr in het Studie Informatiecentrum Mensenrechten (SIM) in Utrecht.
Een belangrijke vernieuwing was de oprichting van de Veiligheidsraad. „Die kon inderdaad stappen ondernemen tegen een bedreiging van de wereldvrede. Bovendien kon de secretaris-generaal ook zelf dingen op de agenda zetten.”
Andere winst ziet Baehr in de gespecialiseerde organisaties zoals Unesco en de WHO. „De wereldgezondheidsorganisatie WHO beweert de pokken de wereld uit te hebben geholpen. Dat is toch niet niets.”
Alle landen op de wereld behoren nu tot de VN. Welk belang zien de regeringen daarin?
„Wat is er heerlijker voor een pas onafhankelijk geworden landje dan op VN-Plaza in New York de vlag te hijsen? Ook al zijn het kleine eilandstaten, zoals Monaco, de Seychellen of Nauru. Dat is een onderstreping van hun soevereiniteit.
Belangrijker is dat de Verenigde Naties een bruikbaar overlegforum zijn. In een moderne wereld moet er doorlopend worden onderhandeld. De VN bieden daar het netwerk voor.”
Ondanks dat is er alle reden voor frustratie, weet ook Baehr. „Als VN-soldaten zich zelf schuldig maken aan het schenden van mensenrechten, is dat natuurlijk heel erg. Hetzelfde met corruptie binnen de VN. Er wordt ook altijd wel met een heel kien oog naar de VN gekeken.”
Baehr pakt een beduimeld exemplaar van het VN-Handvest uit zijn tas. „Kijk, daar heb je artikel 101. Dat stelt dat het personeel van de organisatie voldoet aan de „hoogste eisen van doelmatigheid, bekwaamheid en integriteit.” Prachtig. Maar verderop staat dat men bij de personeelswerving rekening houdt met een „zo breed mogelijke geografische basis.” Dan weet ik wel wat het eerste afvalt.
Die spreiding over alle landen wordt gehandhaafd, want ook wij willen onze mensen daar hebben. Als er daarna van de integriteit nog iets overblijft, is dat meegenomen. Zo liggen de zaken.”
U herinnert zich de Irakcrisis uit 2003. Toen groeide het besef dat een hervorming van de Veiligheidsraad nodig was. Zit dat er nog in?
„De Veiligheidsraad verraadt de machtsverhoudingen van 1945. Met vetorecht voor de vijf grootmachten, die vervolgens elke hervorming blokkeren.
Secretaris-generaal Kofi Annan heeft enorm veel gedaan om tot een hervorming te komen. Maar hij is uiteindelijk niets verder gekomen. En logisch. Want als Duitsland permanent lid van de Veiligheidsraad wil worden, komt Italië ook op een idee. In Azië gunnen Japan, India en Pakistan elkaar de permanente zetel niet; hetzelfde geldt in Afrika voor Zuid-Afrika, Nigeria, Egypte en Algerije, en in Latijns Amerika voor Brazilië, Argentinië en Mexico.
Het zijn trouwens de lidstaten zelf dit veroorzaken. Zij vormen immers de VN. Ze zouden elke hervorming kunnen doorvoeren, maar ze doen het niet.
Grote veranderingen zullen wij dus niet meer meemaken. Maar ook zonder dat heeft de organisatie betekenis. Dus toch maar doormodderen.”
Dit is de eerste aflevering in een serie over 65 jaar Verenigde Naties.