„11 procent kinderen groeit op in armoede”
DEN HAAG (ANP) – Iets meer dan 11 procent van de kinderen tot 18 jaar groeide in 2009 op met kans op armoede. Zij leefden in een gezin met een inkomen tot maximaal 120 procent van het sociaal minimum. Dat blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandag publiceerde.
Het ging om 382.000 minderjarige kinderen. Dat is iets minder dan in 2008, toen dit aantal 385.000 was. Tussen 2003 en 2008 nam het aantal gemiddeld af met 20.000 kinderen per jaar. Maar door de financiële crisis zijn de cijfers de afgelopen twee jaar gestabiliseerd, stelt het CBS.
Kinderen uit eenoudergezinnen lopen meer risico op armoede dan kinderen die bij beide ouders wonen. De helft van de minderjarige kinderen uit eenoudergezinnen maakt kans op armoede.
Hierbij speelt mee dat in een eenoudergezin maar één kostwinner voor het inkomen kan zorgen. Eenoudergezinnen zijn ook vaker afhankelijk van een (bijstands-)uitkering dan gezinnen met twee ouders.
Van de minderjarige kinderen met kans op armoede hadden 155.000 hier al vier jaar of langer mee te maken. Ook dit komt bij kinderen uit eenoudergezinnen veel vaker voor dan bij leeftijdgenoten uit een gezin met twee ouders.