„Irak rijk genoeg voor wederopbouw”
Irak krijgt geen geld voor wederopbouw. Het land is door zijn olievoorraden rijk genoeg om zichzelf te bedruipen. Voor humanitaire noodhulp aan het land moet Nederland wel geld reserveren.
Dat zei staatssecretaris Van Ardenne-van der Hoeven (Ontwikkelingssamenwerking) donderdag tijdens een debat met CDA-partijleden met het thema ”Is een rechtvaardige oorlog mogelijk?” Samen met haar collega-minister De Hoop Scheffer (Buitenlandse Zaken) en het CDA-kamerlid Eurlings mocht ze aan haar achterban, verzameld in de Jaarbeurs in Utrecht, uitleg geven over het gevoerde Irak-beleid.
Beetje laat? Niet in de ogen van partijvoorzitter Van Bijsterveldt-Vliegenthart. De bijeenkomst staat volgens haar in het teken van „vooruitkijken.” Centrale onderwerpen daarbij zijn de wederopbouw van Irak en het democratiseringsproces in het land.
Staatssecretaris Van Ardenne omschrijft Irak als een rijk land, dat zelfvoorzienend kan zijn. „Irak is geen normaal ontwikkelingsland. We besteden daarom geen geld aan de wederopbouw van het land. Dat geld kunnen we beter in Afrika gebruiken. Omdat er wel meteen humanitaire hulp nodig is, heeft de regering daar een bijdrage voor gereserveerd.”
Van Ardenne pleit ervoor de sancties tegen Irak op te heffen en een nieuwe olie-voor-voedselregeling in te stellen. Een stabilisatiemacht moet de onrust in het land bezweren en de interim-regering in staat stellen haar werk te doen. Kamerlid Eurlings ziet graag dat Nederland ook een bijdrage levert aan de vredesmacht.
De geallieerde coalitie kan geen democratie brengen in Irak, denkt Van Ardenne. „Democratie is namelijk geen product, maar een proces. Het zal jarenlang duren voor Irak een goede volksvertegenwoordiging heeft.” Voor de staatssecretaris staat vast dat de Irakezen zelf hun democratische model moeten kiezen. „We moeten hen geen westerse werkwijze opleggen.”
Assad, een Koerdische Irakees en naar eigen zeggen woordvoerder van de Iraakse oppositie in Nederland, twijfelt er niet aan dat een Iraakse democratie goed kan functioneren. „In het Koerdische gedeelte van Noord-Irak hebben we al een meerpartijenstelsel en iedere groep heeft zijn eigen media. Als we een generatie verder zijn, is Irak democratisch.” Hij pleit voor een federaal landsbestuur met een vaste grondwet, die volgens hem al sinds 1958 ontbreekt.
Een van de tientallen vragenstellers bepaalt de aandacht bij de terugkeer van Iraakse asielzoekers. Een aantal van hen heeft inmiddels de Nederlandse nationaliteit en zal hier blijven, volgens Van Ardenne. „De overigen kunnen op dezelfde manier remigreren als de Afghaanse vluchtelingen waarvoor een terugkeerregeling is bedacht. Maar dan moet het er wel eerst veilig zijn.”
Minister De Hoop Scheffer twijfelt ook achteraf niet aan het morele motief van de „grootste democratie ter wereld” om Irak aan te vallen. „Saddam was een dictator die zijn eigen burgers verkrachtte en vermoordde. Daarin ligt voor mij de rechtvaardiging voor de oorlog.” Hoewel hij het jammer vindt, heeft „recht soms macht nodig om ook recht te kunnen zijn.”
Heeft deze oorlog een precedent geschapen, vragen bezorgde leden zich af. Kunnen we hierna nog meer oorlogen verwachten? En waarom Irak wel aangepakt, maar andere regimes niet? Kamerlid Eurlings stelt een tegenvraag: „Als je situatie A, B en C niet oplost, moet je dan D ook maar niet aanpakken? De oorlog tegen Irak kun je gebruiken om andere probleemgebieden, bijvoorbeeld het Palestijnse conflict, onder druk te zetten. De zaak Irak laat zien dat je een stevige stok achter de deur moet hebben om foute regimes aan te pakken, zodat ze voor de streep die de internationale gemeenschap stelt, afbuigen.”