Het voorval speelde zich af in juni 2007 in een ijssalon in Enschede. Daar kregen de vrouwen het met elkaar aan de stok. Volgens getuigen trapte een van de verdachten, de dochter, de zwangere vrouw in de buik. Tien dagen later bleek dat de placenta had losgelaten en de baby was overleden.

In augustus 2007 werden de twee verdachten wegens geweldpleging veroordeeld tot respectievelijk een taakstraf en een leerstraf van elk 20 uur. Het OM zag er toen van af om de vrouwen ook te vervolgen wegens de dood van het ongeboren kind, aangezien onvoldoende duidelijk zou zijn of de miskraam het gevolg was van de mishandeling. Het slachtoffer spande daarop een procedure aan bij het hof in Arnhem om het OM daartoe toch te bewegen.

Volgens deskundigen is het overigens niet 100 procent zeker vast te stellen of de dood van de baby geheel is toe te schrijven aan de mishandeling. Ze achten het echter wel zeer goed mogelijk, temeer omdat het ‘spontaan loslaten’ van de placenta veelal gebeurt voor de dertigste week van een zwangerschap.

De rechtbank doet over twee weken uitspraak.