Pierenvisser mag bijvangst niet verkopen
DEN HAAG – De vissers P. en F. Lobbezoo uit Rilland mogen de bijvangst van scheermesjesschelpen of zwaardschedes (Ensis) niet als visaas verkopen, heeft de Raad van State gisteren bepaald.
Eerder weigerde de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) de Lobbezoos een ontheffing op het visverbod voor scheermesjesschelpen te verlenen. De Lobbezoos vroegen na een eerste weigering nog een keer een ontheffing aan. Volgens hen waren de regels in de Visserijwet veranderd en kwamen ze er nu wel voor in aanmerking. De rechtbank in Middelburg gaf destijds de vissers gelijk.
LNV weigerde een visontheffing op scheermesjesschelpen omdat de Rillandse aasvissers niet over een officieel geregistreerd vissersvaartuig beschikken. De Raad van State is het eens met het ministerie dat de tweede aanvraag van de Lobbezoos gelijk is aan de eerste en dat de regels voor de zwaardschedesvangst niet zijn gewijzigd. LNV mocht de tweede aanvraag dan ook om dezelfde redenen afwijzen als de eerste.
De uitspraak betekent een domper voor de Lobbezoos. Volgens hen is er alleen maar sprake van bijvangst bij de visaasvangst. „Wij vissen op pieren en zagen, maar vissen daarbij ook scheermesjesschelpen op. Vijftien jaar geleden kwam de scheermes nauwelijks voor in de Oosterschelde maar nu wel. Als we de schelpen opvissen, willen we ze niet overboord zetten omdat ze door hun scherpe randen op termijn veel schade aanrichten aan de pierenvangst. Als je de schelpen dan toch aan boord hebt, kun je ze net zo goed verkopen.”