Met behulp van detectie­apparatuur worden daar alle aankomende passagiers en hun handbagage gecontroleerd. Dit is een heel aparte procedure die op deze manier op lucht­havens zelden voorkomt. Want op Boedapest zijn de reizigers voor Amsterdam al door de veiligheidscontrole gegaan. Wie op het vliegveld van Boedapest na deze check flesjes water of frisdrank heeft gekocht, moet die op Schiphol inleveren.

Vervelender is het feit dat overstappende passagiers door deze extra controle hun aansluitende vlucht kunnen missen. Bij een goed bezet vliegtuig zijn de laatste passagiers pas na zo’n veertig minuten door dit controle­punt. Daarna kunnen de reizigers met bestemming Nederland overigens zonder paspoortcontrole de luchthaven verlaten.

Luchthaven Schiphol, die deze procedure faciliteert, doet nogal geheimzinnig over deze werkwijze en verwijst voor commentaar naar de Nationaal Coördinator Terrorisme Bestrijding (NCTb). „Ik mag niets zeggen”, aldus een woordvoerster van Schiphol. Reden voor de extra controle is volgens de NCTb de lagere veilig­heidsstatus die de luchthaven van Boedapest (Ferihegy) sinds eind juli van de Europese Unie (EU) heeft gekregen.

Uit een inspectie bleek dat Ferihegy niet voldoet aan de strikte eisen die de EU sinds eind april aan de veiligheidscontrole stelt. Vluchten vanuit Boedapest staan nu in dit verband te boek als „onvoldoende.” Dat geldt voor alle landen van de EU. Ferihegy is overigens de eerste lucht­haven die volgens het striktere regime is geïnspecteerd. Boedapest krijgt enkele maanden de tijd om orde op zaken te stellen, waarna een herinspectie volgt. Overigens is de extra controle alleen bedoeld voor overstappers, en derhalve niet voor reizigers die Amsterdam als eindbestemming hebben. Dat onderscheid maak Schiphol echter niet, zodat iedereen het slachtoffer is.