Van der Laan maakte dinsdag bekend dat Amsterdam de samenwerking met Suriname op een laag pitje zet. De hoofdstad sluit geen nieuwe samenwerkingsprojecten meer af met het land. Slechts een beperkt aantal initiatieven op humanitair gebied gaat door. Aanleiding voor het besluit is de beëdiging van de in Nederland voor drugshandel veroordeelde Desi Bouterse als president.

De volledige gemeenteraad steunde Van der Laan donderdag in zijn besluit. Een aantal partijen vroeg hem echter wel te kijken of het geld dat nu vrijkomt, toch ten goede kan komen aan de Surinaamse bevolking. De burgemeester zegde dit toe.

Tijdens de vergadering kwamen meerdere Surinaamse Amsterdammers inspreken. De meesten riepen de burgemeester en de gemeenteraad op het besluit terug te draaien. Zij stelden onder meer dat de beslissing vooral ten koste gaat van Surinamers uit de onderklasse.

Iwan Leeuwin van het Collectief Nederlandse Politici van Surinaamse afkomst zei dat Amsterdam met twee maten meet. Want, zo betoogde hij, „er zijn nogal wat landen in de wereld die een VN-resolutie aan hun laars lappen, waar Nederland zaken mee doet”. Roy Groenberg stelde dat Surinaamse Amsterdammers zich nu voelen als Joden in de hoofdstad tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Van der Laan benadrukte echter dat de projecten waar ‘gewone’ Surinamers niet buiten kunnen, juist wel doorgaan. Volgens hem zijn er bovendien veel Surinaamse Amsterdammers die wel achter zijn besluit staan.