Bond geeft dakloze respect dat hij verdient
AMSTERDAM (ANP) – Amsterdamse dak- en thuislozen kunnen vanaf woensdag lid worden van De Daklozen Vakbond, de eerste vakbond voor daklozen die Nederland rijk is. Speerpunten zijn meer en betere opvang, een scheiding in opvang voor mensen met en zonder psychische problemen en verslavingen en een minder stringent boetebeleid tegen buitenslapers. Vier vragen aan bestuurslid Patric Hartwig.
Waarom een vakbond voor dak- en thuislozen?
„Wij willen met de vakbond een aanspreekpunt worden voor daklozen en hun een plek geven waar ze terecht kunnen voor een postadres of gewoon om een praatje te maken. Dat postadres is belangrijk om een uitkering te ontvangen, anders krijg je geen geld. In de stad hebben wij ongeveer 2500 dak- en thuislozen. Van hen slapen zeshonderd mensen echt op straat. Er moeten veel meer opvangcentra komen voor deze mensen. Als je als dakloze op straat slaapt, riskeer je een boete van 60 euro voor wildslapen. Ik vraag me daarom ook echt af waarom een aantal stadsdeelkantoren nog leegstaat. Die kunnen goed dienen als slaapplek voor dak- en thuislozen.”
Er zijn andere organisaties die zich hiermee bezighouden. Wat voegt uw vakbond toe?
„Wij zijn anders dan andere organisaties, omdat daklozen zelf ook mee kunnen praten. Wij helpen ze met hun rechten en geven ze respect, dat zij ook gewoon verdienen. Alle bestuursleden zijn dakloos, dus wij weten waar we het over hebben. Mensen kunnen hun problemen kwijt tijdens een speciaal spreekuur dat de vakbond in het leven heeft geroepen. En wij vertegenwoordigen en ondersteunen ze ook waar nodig. Wij richten ons nu op de Amsterdamse dak- en thuislozen maar willen uiteindelijk uitbreiden tot een landelijk vakbond.”
Hoeveel daklozenkrantjes moet iemand verkopen om de contributie voor de vakbond te kunnen betalen?
„Geen enkele, want het is gratis. Wij kunnen dankzij subsidie, die wij ontvangen van de SP, ons werk doen. Hoeveel subsidie dat is en hoe dat verdeeld gaat worden, weet ik nog niet.”
Alle bestuursleden zijn dakloos. Kunt u iets over uw eigen situatie vertellen?
„Ik woon al tien jaar in Nederland. Oorspronkelijk kom ik uit Berlijn, maar ik wil niets met Duitsland te maken hebben. Mijn moeder is tijdens de Tweede Wereldoorlog in een concentratiekamp omgekomen. Ik ben toen in Amsterdam terechtgekomen en had niet veel zin om buren om me heen te hebben of in kraakpanden te zitten. Zo ben ik in het bos terechtgekomen. Ik houd van de natuur en heb bewust gekozen om hier te leven. Ik kan mezelf onderhouden door oud metaal te verzamelen en door te verkopen. Dit brengt me ongeveer 10 euro per dag op. Verder fiets ik op mijn bakfiets en lees en schrijf ik veel.”