Aanklager mr. J. Plooy: Er blijven blinde vlekken
Officier van justitie mr. J. Plooy noemt Volkert van der G. een „beetje een black box van gevoelens.” De aanklager zegt dit in een volgende week te verschijnen interview met Opportuun, het blad van het openbaar ministerie.
Plooy zat op het moment van de moord, iets over zessen op 6 mei 2002, thuis het journaal te bekijken. Net als veel Nederlanders was hij verbijsterd door de gebeurtenissen.
De officier voldeed graag aan het verzoek van zijn parketleiding om de zaak-Volkert op zich te nemen. „Het is prachtig om als officier van justitie sturing te geven aan een dergelijk grootschalig en diepgaand onderzoek. Ik realiseerde me meteen dat de zaak een enorme impact zou krijgen en dat heel Nederland mee zou kijken. Dat trok me aan. Ik doe graag grote onderzoeken die iets nieuws bieden ten opzichte van mijn vorige onderzoeken.”
De aanklager kreeg in de aanloop van het proces in de media veel ongevraagde adviezen. „We kregen in het begin veel kritiek dat we te weinig vertelden aan de buitenwereld. Via de media kreeg ik veel adviezen van deskundigen hoe ik het zou kunnen of moeten aanpakken. Ik heb de meeste niet eens gelezen. Expres niet. Vanaf het begin heb ik mijn eigen lijn bepaald. Ik wilde de verdediging niet in de kaart spelen door allerlei dingen in de krant te laten zetten. Voorzichtigheid was troef.”
Plooy wilde in „eigen bewoordingen” duidelijkheid verschaffen op de eerste pro-formazitting, in augustus vorig jaar. „Die enorme hoeveelheid bewijsmiddelen, overweldigend, waterdicht. Dat had een grote impact, precies mijn bedoeling. Ik wist: Dán kijkt en luistert heel Nederland.”
Plooy zegt in het interview niet werkelijk hoogte te kunnen krijgen van Van der G. „Hij heeft volgens mij geen volledige openheid van zaken gegeven. Er blijven blinde vlekken. Hij is zelf ook niet spraakzaam. Van der G. is een beetje een black box van gevoelens. Zijn denkwereld en zijn manier van denken staan dermate ver van mij af dat ik nog steeds niet kan begrijpen waarom hij het heeft gedaan. Wat ik vooral niet begrijp is waarom hij geen alternatieven heeft gezocht om Fortuyn te bestrijden. Juist iemand als hij, die de juridische wegen kent als geen ander. Hij heeft vrij direct de beslissing genomen: Fortuyn moet dood. Dat begrijp ik niet van iemand die zegt pacifistisch van aard te zijn.”
De aanklager heeft diverse collega’s geraadpleegd alvorens tot de eis van levenslang komen. Binnen het openbaar ministerie zegt hij een breed draagvlak te hebben gevonden voor de eis tot de zwaarste straf.
Anderzijds is Van der G. geen doorgewinterde crimineel. „Hij past niet in het rijtje waarvan je zegt: levenslang is zonder meer op zijn plaats. Zoals bijvoorbeeld Louis H., die is veroordeeld voor de moord op twee kinderen van zijn ex-vriendin. Gruwelijke daad, tegen de klippen op ontkennen, een fors strafblad. Dan zegt iedereen al snel: levenslang, punt uit. Hier paste veel meer afweging.”
Een aanklager is nooit „alleen maar een machine, een stijve wetstoepasser”, zegt Plooy. „Officier van justitie is een verantwoordelijk vak, dat brengt dus grote verplichtingen met zich mee. Dat heb ik van huis uit meegekregen. Bij ernstige misdrijven probeer ik mij altijd te verplaatsen in de positie van de verschillende betrokkenen. Het slachtoffer, nabestaanden, maar ook de verdachte.”