De bodem is vervuild. Een analyse moet uitwijzen hoe op dat terrein kan worden gegraven naar mogelijke lichaamsresten van het in 1992 verdwenen meisje Willeke. Dit liet een woordvoerster van het OM woensdag weten.

Begin juni werden de 66-jarige pleegmoeder Herna M. en haar 38-jarige zoon Bart M. aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij de verdwijning van het 15-jarig meisje in de nacht van 14 op 15 januari 1992. Volgens de woordvoerster blijven deze personen verdacht, zolang het onderzoek loopt. De pleegmoeder en haar zoon werden in juni weer op vrije voeten gesteld.

In mei 2009 begon de politie opnieuw een onderzoek naar de verdwijning van Willeke Dost. Nog één keer werd alle onderzoeksinformatie geïnventariseerd en werd bekeken of met behulp van de modernste opsporingstechnieken de zaak kon worden vlotgetrokken. In oktober volgde de formele heropening.Sindsdien werden 165 mensen gehoord. Dit leidde tot de arrestatie van twee verdachten, begin juni van dit jaar.

Justitie deed vanaf dat moment verschillende onderzoeken in en om de boerderij. Hierbij werd een grondradar gebruikt waarmee de bodem tot enkele meters diep kan worden doorgelicht. Deze onderzoeken leverden niets op.

Familie van het verdwenen meisje verzocht het OM onder meer het voormalige afvalterrein achter de boerderij door te lichten. Volgens advocaat Richard van der Weide, de raadsman van een tante van Willeke, werd op dat stukje grond witgoed en elektronica gedumpt.