Twijfels over bestuurlijke top Dordrecht
DORDRECHT (ANP) – Directeur Hindriks van de Rekenkamer in Dordrecht wordt al lange tijd „systematisch en consequent” tegengewerkt door burgemeester en wethouders van de stad. Hindriks doet al jaren onderzoek naar de relaties tussen de bestuurlijke top van de gemeente en instellingen en bedrijven in de stad.
Dat stelt Hindriks in een open brief aan de media nu hij met ingang van 1 augustus geen directeur meer is. Hij heeft zijn onderzoek naar het netwerk van de besturlijke top niet kunnen afronden omdat het college volgens hem niet wil meewerken. Hij adviseert de gemeenteraad een raadsenquête te starten om inzicht te krijgen in de cultuur van beslotenheid in Dordrecht.
Hindriks besloot in 2007 dieper in de roddels te duiken die de stad al lange tijd teisterden. Ambtenaren zouden te nauwe banden hebben met instellingen en bedrijven in de gemeente, was het verhaal. „Met roddels kun je niet veel, maar als ze wijdverbreid zijn moet je toch eens gaan kijken wat er aan de hand is”, aldus Hindriks.
Uiteindelijk constateerde hij dat zes topbestuurders, ook ambtenaren, veel directe en indirecte relaties hebben met allerlei instellingen en bedrijven in de gemeente. „Of die relaties hebben geleid tot beïnvloeding van de besluiten is niet vast te stellen zonder nader onderzoek”, stelt Hindriks.
Hij vroeg naar de familierelaties van de betrokken collegeleden en ambtenaren, maar het college weigerde volgens hem herhaaldelijk die informatie te geven. „Het college nam geheime besluiten om informatie niet te verstrekken en betrokken bestuurders namen deel aan de besluitvorming.”
Hindriks schakelde het Bureau Intregiteit BV in, maar ook dat mocht volgens hem niet baten. „De Rekenkamer stelt vast dat het college de gemeentewet aan zijn laars lapt. Dat roept de vraag op waarom. Hij benadrukt dat er geen zekerheid bestaat over mogelijke corruptie.
Het college liet in een reactie weten transparantie hoog in het vaandel te hebben staan en niets te verbergen te hebben. De redenen voor het niet geven van de informatie lagen in de „bijzondere verantwoordelijkheid die B en W hebben op basis van de Wet Gemeentelijke Basisadministratie.”
B en W hebben geen enkel bezwaar tegen openheid over nevenfuncties en een analyse van het netwerk waarin het functioneert. Het college „betreurt het dat de directeur op deze manier de openbaarheid zoekt, terwijl de samenwerking rondom het onderzoek in ieder geval van de kant van het college nog gaande is.”