Verslepen jachtvliegtuig flinke klus
SOESTERBERG – Schuin priemt de Starfighter zijn spitse neus de lucht in. Als de poortwachter van het Militaire Luchtvaart Museum in Soesterberg al van zijn plek komt, is het voor een grondige onderhoudsbeurt.
„Vet cool. Gaaf.” Een groepje Wassenaarse scholieren, slenterend over de oprijlaan naar het Militaire Luchtvaart Museum in Soesterberg, is enthousiast over het grijze jachtvliegtuig. Het pronkstuk staat op een paal van een paar meter hoog. Op een steenworp afstand raast het verkeer op de A28 voorbij.
Echt duidelijk is het jachtvliegtuig vanaf de snelweg, tussen Utrecht en Amersfoort, niet altijd te zien. Dat komt onder meer door bomen die het zicht voor een deel ontnemen.
Graag had conservator Alfred Staarman van het gratis toegankelijke museum gezien dat meer voorbijgangers het verband leggen tussen het te pronk gestelde toestel en het museum. Een reclame met dat doel kon vorig jaar tot zijn spijt niet doorgaan. „We wilden naast de Starfighter een groot bord plaatsen dat de automobilisten op ons museum zou wijzen. Jammer genoeg kregen we daarvoor geen vergunning. De overheid wil kennelijk niet dat er te veel afleidende reclameborden langs de weg worden geplaatst. Als we het vliegtuig op een hogere paal zouden willen plaatsen, mag dat denk ik ook zomaar niet.”
De Starfighter F-104, de zogeheten poortwachter van het museum, staat sinds 1994 bij de ingang. Het jachtvliegtuig deed dienst tot begin jaren tachtig van de vorige eeuw, als voorloper van de F-16. „De Starfighter was actief op het hoogtepunt van de Koude Oorlog. Het toestel heeft geoefend in bondgenootschappelijk verband, bijvoorbeeld boven de Noordzee.”
Het is een „militaire traditie” dat bij de ingang van militaire terreinen poortwachters (ook wel landmarks genoemd) staan, legt Staarman uit. „Ze zeggen iets over wat de desbetreffende organisatie doet. Op vliegbasis Gilze-Rijen staat bijvoorbeeld de jachtbommenwerper NF-5. En bij een landmachtkazerne waarop een pantserinfanterie-eenheid actief is, vind je bijvoorbeeld een rupsvoertuig.”
Het museum heeft meer landmarks in huis. Zo nam het de poortwachter over van de voormalige vliegbasis Twenthe. „Dat is de Kaasjager, een jachtvliegtuig uit de jaren vijftig van de vorige eeuw. Een uniek toestel.”
Het onderhoud van de Starfighter en van de tientallen andere buiten tentoongestelde militaire toestellen vergt de nodige inspanning, vertelt Staarman. De Starfighter kreeg in 2001 op Schiphol een opknapbeurt. „Daar is het vliegtuig overgespoten met een speciale beschermende laag, waarmee we twintig jaar vooruit kunnen.” Twee keer per jaar wast het personeel zelf het pronkstuk aan het begin van het museumterrein. „Dan ben ik zelf ook aan het borstelen en soppen in een hoogwerkertje.”
Zon en regen tasten de toestellen buiten aan. Op het museumterrein wijst de conservator naar een grijze Neptune. Het martieme patrouillevliegtuig, 25 meter lang en 30 meter breed, gaat binnenkort voor een onderhoudsbeurt naar Schiphol. „Het embleem van het squadron is niet eens meer goed te zien.”
Het is een forse logistieke operatie om de vliegtuigen over de weg te vervoeren. „De transporten staan onder begeleiding van de marechaussee. Het is een uitdaging om met de grote vliegtuigonderdelen bijvoorbeeld door tunnels te komen. Links en rechts moet een stoplicht worden weggehaald of een boom worden omgezaagd.”
Een bezoekje aan de cockpit van de Starfighter op de paal is niet voor het publiek weggelegd. „Dat is te gevaarlijk.” Wel kunnen fans tijdens opencockpitdagen achter de stuurknuppel van bijvoorbeeld een Thunderjetstraaljager kruipen. „Dan zie je jongens wegdromen.”
Dit is het zesde deel in een serie over bijzondere objecten langs de snelweg. Maandag deel 7.