Monument voor hulpverleners van 1953
„Er werd iets groots verricht en de herinnering daaraan mag niet verloren gaan.” Dat besef bracht de Rotterdamse oud-marinier S. J. Hameete (80) ertoe zich in te spannen voor een monument voor allen die hulp verleenden in de dagen en weken na de watersnoodramp van 1953. Zaterdag is het zover. Dan wordt in Oude-Tonge een gedenkteken voor deze ’vergeten groep’ onthuld door minister De Boer.
Het idee voor een tastbare herinnering aan degenen die zich inspanden om de getroffenen van de ramp te helpen, ontstond bijna twee jaar geleden. „Ik las toen voor het eerst het boek ”Gebroken dijken”, dat handelt over de ramp en de hulpverlening op Goeree-Overflakkee. Dat boeide me des te meer omdat mijn ouders uit dat gebied afkomstig zijn en ik daar vroeger vaak vakanties doorbracht”, aldus de in Rotterdam woonachtige Hameete.
De oud-marinier werd getroffen door de grote slagvaardigheid waarmee zijn oud-collega’s opereerden in Den Bommel en Oude-Tonge. Een groep van in totaal 365 mariniers onder leiding van kapitein R. H. de Jonge Oudraat slaagde erin in de weken na de ramp vier binnendijken bij Den Bommel te dichten. „Met weinig meer gereedschap dan een pioniersschop”, aldus Hameete. „Daarna was het verder afbrokkelen van de hoofddijk gestopt en kon met behulp van kranen een begin worden gemaakt met het verdere herstel.”
Na hun zware klus mochten de mariniers vijf weken later niet vertrekken. De toenmalige commissaris van de Koningin van Zuid-Holland verzocht de mannen om zich naar het naburige Oude-Tonge te begeven. Daar waren 140 lichamen van de meer dan 300 slachtoffers geborgen. „Dat ging veel te langzaam, de mariniers moesten proberen daar verandering in te brengen.” In twee weken tijd werden nog eens honderd slachtoffers geborgen. „Ze lagen onder het puin, in de modder en onder en tussen wrakhout. Twee weken stonden die mannen letterlijk in het water. Toen ik dat las, dacht ik direct: Hier is wat groots verricht en wie heeft er nu ooit dankjewel gezegd?”
Hameete was de initiatiefnemer voor een comité dat later werd omgezet in een stichting met bestuursleden, die vooral afkomstig zijn uit het voormalige rampgebied. Hij benaderde de burgemeester van Oostflakkee, schreef brieven en richtte zich tot bedrijven en andere mogelijke sponsors voor een monument, dat uiteindelijk circa 50.000 euro zou gaan kosten. „Het was een moeilijke weg”, zo blikt de Rotterdammer terug. Hij wil niet al te veel kwijt over de tegenstand waarop de stichting vooral bij overheidsinstanties stuitte. „Er waren discussies over de plek, over het monument zelf en over de onthulling.” Uiteindelijk is het gedenkteken betaald door „enkele gulle gevers” uit het bedrijfsleven en van kleinere bijdragen van vrienden en bekenden van de Stichting Gedenkteken Hulpverleners Watersnoodramp 1953 Oostflakkee. „Ook het penningske van de weduwe was voor ons belangrijk.”
De gemeente Oostflakkee zelf haakte af, omdat niet is gekozen voor plaatsing van het monument in de directe nabijheid van de speciale begraafplaats voor slachtoffers van de ramp. Daar staat ook een gedenkteken voor de slachtoffers.
Het monument is bedoeld voor allen die in 1953 op welke wijze dan ook hun hulp verleenden. Hameete: „Het staat op vijf minuten lopen van de begraafplaats, aan de Kolkweg. Wij vonden dat je de hulpverlening niet mag verwarren met de ramp. Het herdenken daarvan heeft iets treurigs, vergelijkbaar met 4 mei. De hulpverlening kun je associëren met 5 mei, met de bevrijding. Er zijn mensen van daken gehaald. Er is voorkomen dat slachtoffers niet meer gevonden zouden worden. Daar mag je blij over zijn, in de zin van dankbaarheid. Daarom passen die monumenten niet vlak bij elkaar.”
Het monument bestaat uit een brok graniet met een gleuf waaruit water spuit. Aan de voorkant van het ruim 2 meter hoge gedenkteken bevindt zich een bassin, omringd door bronzen zandzakken. „Het geeft de doorbraak van de dijken, de standvastigheid van de helpers en de hulpverlening zelf aan. Hulpverlening betekende in die dagen echt het aanvoeren van zandzakken”, aldus Hameete. Naast het monument staat een informatiepaneel met een kaart van alle ondergelopen gebied in februari 1953 en een verklarende tekst over de ramp, de slachtoffers en de hulpverlening.
Demissionair minister R. de Boer onthult het gedenkteken en het infopaneel. Voorafgaand aan de onthulling zal zaterdagmiddag door hulpverleners op de speciale begraafplaats een krans worden gelegd. Uit respect voor de slachtoffers en ter ere van de hulpverleners die door hun inzet zijn omgekomen.