„Uitstapproject prostituees succes”
DEN HAAG – Meer dan honderd Haagse prostituees nemen sinds augustus met succes deel aan het uitstapprogramma Carrière Switch. Dat aantal ligt beduidend hoger dan de zestig deelnemers die in een jaar tijd werden verwacht.
Dat zegt scheidend manager Marjonne de Groot van stichting De Haven, een van de participanten in het project Carrière Switch.
Voor het uitstapproject worden vooral slachtoffers van mensenhandel aangemeld. Van de vrouwen die het programma volgen, is 95 procent volgens De Groot daadwerkelijk gestopt met de prostitutie. Verreweg de meesten krijgen nog begeleiding bij het vinden van een opleiding of een baan.
Dat laatste blijkt niet eenvoudig. Een van de vrouwen heeft werk gekregen op een ministerie. De Groot is verheugd dat een „christelijke werkgever” zich inmiddels bereid heeft verklaard mee te werken aan de plaatsing van mogelijk tientallen ex-prostituees bij diverse vestigingen van een winkelketen. De pilot moet binnenkort starten vanuit Carrière Switch, in samenwerking met de sociale dienst.
Via De Haven kunnen deelnemers aan het uitstapprogramma een maatje krijgen, dat hen bij tal van zaken terzijde staat. Het gaat om christenvrouwen die de ex-prostituees regelmatig bezoeken, samen met hen dingen ondernemen en hen helpen met praktische zaken. De vrijwilligers zijn afkomstig uit diverse kerken in de regio Den Haag.
De deelname van een grote groep vrouwen aan het uitstapprogramma is volgens De Groot terug te zien in een lichte toename van het aantal lege ramen in het Haagse prostitutiegebied. Overigens signaleert ze de laatste twee jaar een toename van Oost-Europese vrouwen.
De Groot hoopt dat het uitstapprogramma ook na april 2011, als de overheidssubsidie afloopt, kan worden voortgezet, maar is daar niet gerust op. De grote belangstelling onderstreept volgens haar „dat prostitutie geen beroep is waar de meeste vrouwen vrijwillig voor kiezen.”
Ook in diverse andere plaatsen, waaronder Amsterdam, zijn de afgelopen jaren uitstapprogramma’s voor prostituees gestart.