De stijging is grotendeels het gevolg van een publiekscampagne in 2009 van het ministerie van Binnenlandse Zaken en de organisatie Art.1 om melding van discriminatie te bevorderen.

Antidiscriminatiebureaus en meldpunten registreerden afgelopen jaar 5931 klachten, 1123 meer dan in 2008. Dat blijkt uit het landelijk overzicht van discriminatieklachten dat Art.1 vandaag heeft gepubliceerd.

Met name steeg het aantal klachten over discriminatie wegens seksuele gerichtheid (van 236 naar 337), handicap of chronische ziekte (van 263 naar 494) en „overige, niet-wettelijke gronden” (van 280 naar 604).

Niet-wettelijke gronden zijn bijvoorbeeld uiterlijk (haardracht, tatoeages) en sociale positie.

Net als in voorgaande jaren kwamen in 2009 de meeste klachten binnen over discriminatie op grond van ras (2361) en leeftijd (797).

De gemelde discriminatie betrof in de meeste gevallen een omstreden behandeling, zoals afwijzing voor een baan of vijandige bejegening. Vaak gingen de klachten over discriminatie op de arbeidsmarkt (2012), in bijna de helft van de gevallen bij werving en selectie (914).

Ook kwamen er relatief veel klachten binnen over de buurt (602), collectieve voorzieningen (600) en commerciële dienstverlening (562). Bij discriminatie in de buurt of wijk gaat het bijvoorbeeld om burenruzies. Bij collectieve voorzieningen en commerciële dienstverlening betreft het discriminatie door instanties en bedrijven.

Hoewel er meer discriminatie is gemeld dan in 2008, is het aantal meldingen nog maar het topje van de ijsberg, vermoeden de antidiscriminatiebureaus. Lang niet iedereen dient een klacht in.