Onderscheidingen voor hulp aan Joden
AMSTERDAM – ”Rechtvaar- dige onder de volkeren”. Die eretitel heeft het Holocaust- instituut Yad Vashem in Jeruzalem postuum toegekend aan Hendrika P. Dijkman- Goedhart. Vanmiddag werd de onderscheiding overhandigd aan haar kleinzoon Ferry Jonas.
In de synagoge van de liberaal-joodse gemeente in Amsterdam werd Dijkman-Goedhart postuum geëerd voor het werk dat ze voor Joden deed. Ze nam tijdens de Tweede Wereldoorlog onder anderen de Joodse jongen Eddy Vet op in haar gezin.
Toen de oorlog in mei 1940 uitbrak, was Eddy vijf jaar oud. Hij was enig kind en woonde samen met zijn ouders in Den Haag. De familie had, hoewel dat niet meer was toegestaan, een niet-Joods dienstmeisje, Nelly.
Toen Eddy’s moeder op Nelly’s verjaardag op 22 augustus 1942 bloemen wilde kopen, kwam ze twee mannen van de Sicherheitsdienst tegen die in burger op straat liepen. Ze realiseerde zich niet dat Joden geen inkopen mochten doen.
De twee SD’ers gingen weg om een auto te halen, omdat Eddy’s moeder niet te voet naar het politiebureau kon. De arrestanten mochten in de tussentijd geen poging doen om te vluchten, want dan zouden ze worden neergeschoten.
Eddy’s moeder dwong hem toch mee te gaan, hoewel hij bang was geworden door de dreigementen. Ze namen de tram naar de andere kant van Den Haag, waar Eddy’s vader een noodadres had geregeld.
Dat adres was van Hendrika Goedhart, die ”tante Riek” werd genoemd. Ze was een zeer anti-Duitse klant van de vader van Eddy, die kapper was. In geval van nood was Goedhart bereid Eddy in haar gezin op te nemen. De eerste paar dagen bleven ook Eddy’s ouders er, maar daarna gingen zij uit veiligheidsoverwegingen naar een ander adres.
Goedhart nam Eddy volledig op in haar gezin. Ze was toen alleenstaand en had twee schoolgaande zoons. Eddy en deze jongens deden veel samen: naar school gaan, buiten spelen en kattekwaad uithalen.
In die tijd kwamen nog meer onderduikers in haar huis. Daardoor liep Goedhart grote risico’s. Tegelijk moest ze vanwege het toenemende voedseltekort veel inspanningen doen om elke dag weer een maaltijd op tafel te krijgen.
Eddy kreeg een nieuwe identiteit toen de verzetsbeweging in 1944 een overval pleegde op het Haagse bevolkingsregister. Daarbij werden onder meer de persoonsgegevens van mensen van wie de achternaam met een V of W begon, vernietigd. Zo bestond ook de achternaam van Eddy Vet niet meer. Hij kreeg nu valse persoonsgegevens onder de naam Wentink. Daardoor konden Eddy’s ouders, die er niet Joods uitzagen, een huis huren en kon Eddy weer terug naar zijn ouders.
Hendrika Dijkman-Goedhart is onlangs op 100-jarige leeftijd overleden.
AMSTERDAM – De Israëlische diplomaat voor cultuur, Hamutal Rogel-Fuches, heeft vanmiddag in de synagoge van de liberaal-joodse gemeente in Amsterdam de hoogste Yad Vashemonderscheiding postuum toegekend aan Jan en Catharina Gaalswijk uit Wieringerwerf.
Hun dochter Marijke van der Meer-Gaalswijk nam de onderscheiding ”rechtvaardigen onder de volkeren” in ontvangst. Op de eremuur in Jeruzalem onthult Yad Vashem tevens een plaquette met de naam van de familie Gaalswijk.
Het echtpaar Gaalswijk heeft Jetty Slager, een Joods meisje, van 1943 tot 1944 belangeloos bij hen laten onderduiken.
Henriëtte Dina (Jetty) Slager was op 8 september 1926 in Haarlem geboren. Tot 1942 ging ze normaal naar school. Haar vader maakte zich grote zorgen over de wijze waarop het Duitse Rijk omging met de Joden. Daarom besloot hij in 1942 met zijn gezin onder te duiken.
Hij regelde voor Jetty een onderduikadres op de boerderij van de familie Paul, de Hasselthoeve in Moerkapelle. Het gezin Paul bood toen al onderdak aan meerdere pleegkinderen.
Jetty moest echter uit Moerkapelle weg, omdat er Duitsers op de boerderij ingekwartierd zouden worden, wat overigens uiteindelijk niet is gebeurd. Het meisje vertrok begin januari 1943 naar de Catharinahoeve van de familie Gaalswijk in Wieringerwerf. Dit echtpaar verwachtte destijds het eerste kind –dochter Marijke–, maar besloot toch hun leven te wagen voor een Joods meisje dat ze niet kenden. Hun motivatie daarvoor is ongetwijfeld hun christelijke achtergrond geweest, aldus Yad Vashem.
In 1944 moest Jetty Slager weer naar een volgend onderduikadres vluchten, uit veiligheidsoverwegingen: haar moeder en haar oudste zus waren –door Nederlandse politieagenten– opgepakt.