Ruim 3000 militairen willen gevechtsinsigne
DEN HAAG (ANP) – Ruim drieduizend Nederlandse militairen hebben een gevechtsinsigne aangevraagd, omdat ze menen dat ze tijdens een operatie in levensgevaar zijn geweest door vijandelijke beschietingen. Defensie beoordeelt elk geval en zal in september de eerste onderscheidingen uit deze groep opspelden.
Een woordvoerder van het ministerie van Defensie bevestigde woensdag een bericht daarover in de Volkskrant. Militairen die sinds juni 2001 hebben deelgenomen aan een operatie waarbij sprake was van „vijandelijk optreden met direct vuur of vergelijkbare gevechtsomstandigheden”, komen voor het insigne in aanmerking. Het belangrijkste criterium is dat de soldaat professioneel bleef functioneren, ondanks het directe levensgevaar waarin hij of zij verkeerde.
Commandant der strijdkrachten Peter van Uhm reikte vorig jaar juli in de Afghaanse provincie Uruzgan voor het eerst een gevechtsinsigne uit aan militairen die daar een vuurcontact of een aanslag met een bermbom meemaakten. Ook bijvoorbeeld de bemanningsleden van een transporthelikopter die in december 2009 een noodlanding moest maken na vanaf de grond te zijn beschoten, kregen het onderscheidingsteken.
Militairen die op missie zijn geweest, krijgen een herinneringsmedaille vredesoperaties. Als ze bijzonder moedig of dapper hebben gehandeld, kunnen ze een dapperheidsonderscheiding krijgen. Toekenning van het gevechtsinsigne gebeurt met terugwerkende kracht tot 1 juni 2001, toen het huidige decoratiestelsel inging. De onderscheiding kan ook postuum worden toegekend.