Naast Hilbers verdwenen nog zo’n dertig andere westerse toeristen in de zandvlakten van het Noord-Afrikaanse land. „Dat is geen toeval meer”, zegt Anneke Hilbers, de moeder van Arjen. De vermisten -vijftien Duitsers, vier Zwitsers en acht tot twaalf Oostenrijkers en één Nederlander (Hilbers)- waren volgens haar goed voorbereide reizigers. Ze reisden met terreinwagens, motoren en trucks.

„Vrachtwagens en auto’s die zomaar verdwijnen, dat kan toch niet?” meent moeder Hilbers. Zij en haar familie vermoeden dat de westerlingen in de val zijn gelopen van al-Qaida-terroristen, die in het oosten en zuiden van Algerije trainingskampen zouden hebben.

Arjen Hilbers vertrok op 1 februari met drie Duitse vrienden voor een vakantie van vijf weken naar Algerije. Op 20 februari belde hij voor het laatst naar huis. Drie dagen later werd hij voor het laatst gezien nabij Illizi, in het oosten van Algerije. Sindsdien hoorden de ouders en twee broers van Arjen niets meer.

Arjen had 7 maart de boot terug moeten nemen vanuit Tunis. Toen dat niet gebeurde, gaven zijn ouders hem als vermist op bij de politie in Haarlem. Inmiddels is het Algerijnse leger een grootschalige zoekactie begonnen, omdat er zo’n grote groep mensen is verdwenen. De Algerijnen krijgen ondersteuning van vijf Duitse rechercheurs.

„In Duitsland is deze zaak elke dag op televisie. Onder de vermisten zijn meisjes van negentien jaar”, zegt Anneke Hilbers. Met haar familie probeert ze via een Algerijnse gids informatie te krijgen.

Moeder Hilbers sluit uit dat haar zoon verdwaald is of een ongeluk heeft gehad. Hij had zich goed voorbereid. „Arjen is een zeer ervaren reiziger. Hij heeft met de motor 100.000 kilometer over heel de wereld gereden en weet veel van techniek. Hij is bovendien een rustige, intelligente en stabiele vent.”

Buitenlandse Zaken ontraadt toeristen al langere tijd naar Algerije te reizen. „Maar Arjen was er vorig jaar ook nog geweest en vond het toen zo’n mooi land met plezierige mensen. Hij werd er nog hartelijk door de politie ontvangen.”

In Berlijn is inmiddels een contactgroep opgericht onder leiding van de Duitse staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, waarin ook de Nederlandse overheid deelneemt. De politie en Centrale Recherche Informatiedienst werken mee aan het onderzoek en hebben DNA van de vermisten afgestaan.

Buitenlandse Zaken tast in het duister over de verdwijning van Hilbers, die een baan had als werktuigbouwkundig ingenieur. „We hebben geen flauw idee in welke richting we het moeten zoeken”, aldus een woordvoerder. „We hebben de Algerijnse autoriteiten niet om opheldering gevraagd. Ze zoeken zelf met auto’s en helikopters en doen alles om de zaak op te helderen.”

De familie Hilbers weet zeker dat er meer achter zit. „We denken dat hij is gekidnapt”, zegt zoon Krijn-Jan. Hij verwijst naar Algerijnse media, die een verband leggen tussen de verdwijning van de toeristen en al-Qaida. Arjen werd voor het laatst gezien op de zogeheten gravenroute, vernoemd naar de bloedige veldslagen tussen Fransen en Algerijnen. „Die weg wordt druk bezocht. We willen daarom andere mensen waarschuwen”, aldus Krijn-Jan Hilbers.

De moeder van Arjen probeert intussen moed te houden. „Het is heel moeilijk. De eerste weken hebben we zoveel tranen gelaten. Arjen wilde gewoon vijf weken vakantie houden.”