Paars was in 1994 een veel logischer keuze dan nu
DEN HAAG – Mogelijk ontstaat er dinsdag duidelijkheid over de vraag of er werkelijk onderhandeld gaat worden over een nieuw paars kabinet. Zo’n coalitie lag in 1994 in elk geval meer voor de hand dan nu.
Het is elke keer weer een wonderlijke omslag in de Nederlandse politiek. Tijdens een verkiezingscampagne zijn politieke partijen extreem naar buiten gekeerd. Dag na dag toeteren ze hun standpunten in het rond.
Maar dan, na de verkiezingsdag, gaan abrupt alle monden op slot. De periode van de formatie treedt in, een tijd waarin partijen achter gesloten deuren elkaars nieren proeven en waarin zij behoedzaam aftasten wat de tegenspeler wil. Daarbij kunnen zij de pottenkijkers van de pers niet gebruiken. Die worden voor enige tijd gedegradeerd tot ”Kremlinkijkers.”
Het kenmerk van kremlinologen was dat ze over de machthebbers in de Sovjet-Unie weliswaar meer wisten dan de gemiddelde burger, maar dat ook zij het voor hun analyses moesten hebben van observaties vanaf de buitenkant. Zo ook de Nederlandse pers in de periode van de formatie.
Aan die buitenkant was gisteren overigens best iets te zien. In de pauze van het beraad dat zij met z’n vieren met informateur Rosenthal hadden, maakten Rutte (VVD), Pechtold (D66), Cohen (PvdA) en Halsema (GroenLinks) onder een stralend zonnetje een ommetje rond de Hofvijver. Rutte en Pechtold wandelden broederlijk de ene kant op, Halsema en Cohen vertrokken in goede harmonie in de andere richting, waarna de vier elkaar na enige tijd onvermijdelijk weer tegen het lijf liepen.
Zullen de foto’s van dit lachende viertal straks de geschiedenisboekjes ingaan als het prille begin van een derde paarse coalitie? Vanzelfsprekend is dat bepaald niet, al was het maar omdat de verschillen met 1994, het jaar waarin voor het eerst een paars kabinet ontstond, groot zijn. Drie verschillen met destijds vallen al snel in het oog:
In 1994 was een paarse coalitie de meest voor de hand liggende vertaling van de verkiezingsuitslag. D66 had een megawinst geboekt en kwam uit op 24 zetels; de VVD was gestegen van 22 naar 31 zetels; de PvdA had verloren maar was met 37 zetels wel de grootste fractie geworden. Anno 2010 is paars weliswaar een van de opties, maar de beste vertaling van de verkiezingsuitslag is een coalitie waarin VVD en PVV zitten.
In 1994 kon paars met gemak gevormd worden uit drie partijen. PvdA, VVD en D66 konden samen bogen op maar liefst 92 Kamerzetels. Nu komt men, zelfs met GroenLinks erbij, slechts aan 81 zetels. En wat belangrijker is: in 1994 had paars een duidelijke meerderheid in de Senaat, te weten 40 van de 75 zetels. Nu heeft deze coalitie, zelfs met GroenLinks erbij, slechts 34 zetels in de Eerste Kamer, dus duidelijk te weinig om het paarse beleid ook aan de overkant van het Binnenhof krachtig te ondersteunen.
Het jaar 1994 was het begin van ongekende economische groei. Dat het desondanks veel, zeer veel moeite kostte om VVD en PvdA qua economisch beleid op één lijn te krijgen, waardoor het smeden van een paars verbond aanvankelijk nog leek te stranden, geeft weinig verwachting voor de huidige poging, die immers plaatsvindt in een periode waarin ongekend zware ingrepen in de staatsfinanciën nodig zijn. De samenwerking tussen twee politieke tegenvoeters gaat nu eenmaal een stuk makkelijker wanneer er veel geld te verdelen valt, dan wanneer er fors gesneden moet worden en er dus moeilijke keuzes gemaakt moeten worden.