Bastaardsatijnrups rukt op
SLEEUWIJK – De Plagen Preventie Dienst (PPD) in Sleeuwijk ziet de afgelopen weken een opvallende toename van het aantal meldingen van bastaardsatijnrupsen.
Dat meldde de PPD op donderdag op zijn website.
De Plagen Preventie Dienst signaleert dat de rups steeds vaker voorkomt op struikgewassen in het duingebied, maar dat de beestjes ook het strand bereiken. Bezoekers van kustplaatsen doen er verstandig aan ieder contact met de bastaardsatijnrups, nesten en spinsels te mijden, zo adviseert de PPD.
Aanraking met de brandharen van de rups kan leiden tot jeuk, huiduitslag, irritatie aan de ogen en luchtwegen. Juist in de duinen en aan de kust kan contact met de rups vervelende gevolgen hebben, aangezien bezoekers hier vaak schaars gekleed naar het strand trekken. De gemeenten Den Haag en Noordwijk hebben inmiddels besloten waarschuwingsborden te plaatsen in het duingebied. Ook in delen van Noord-Holland en op de Waddeneilanden is de bastaardsatijnrups recent gesignaleerd.
De Plagen Preventie Dienst roept mensen ertoe op kleding te dragen die het lichaam bedekt. Daarbij zouden bezoekers vooral moeten letten op goede bedekking van de hals, armen en benen. De dienst adviseert niet op de grond te gaan zitten. Ouders kunnen preventief handelen door hun kinderen te waarschuwen voor het gevaar van de bastaardsatijnrups.
In de jaren zeventig zorgde de bastaardsatijnrups met grote regelmaat voor overlast, met name in Noord-Brabant. Nadat de populatie eind jaren tachtig flink was afgenomen, liet de rups zich de afgelopen twee decennia nauwelijks in Nederland zien.
De bastaardsatijnrups is donkerbruin tot zwart van kleur, met lange, geelbruine haren. Daarnaast heeft hij kortere zwarte brandharen met weerhaakjes. Achter op de rug bevinden zich twee helderrode wratjes.
De brandharen zijn nog geen millimeter lang, maar kunnen met de wind worden meegevoerd, waardoor ze op huid of kleding terecht kunnen komen. Op die manier ontstaat er irritatie aan huid, ogen en luchtwegen.