„De moraal van Wall Street is flinterdun”
Is er wat veranderd op Wall Street sinds de kredietcrisis, of gaat alles zoals het ging?
NEW YORK – Steeds luider klinkt de roep om een gesprek over ethiek op Wall Street. Maar het is de vraag of de markt zo’n gesprek wel toelaat, zegt onderzoeksjournalist Tony Carnes van nieuwsdienst Christianity Today.
„Een handelaar die verantwoording wilde afleggen, verloor in een paar dagen tijd een groot deel van z’n investeerders”, zegt Tony Carnes. Hij sprak gedurende de crisis met dertig christelijke leidinggevenden bij bedrijven op Wall Street. Eén ding was Carnes na die gesprekken wel duidelijk: het valt hen niet mee een arbeidsethos te ontwikkelen dat in lijn ligt met hun persoonlijke geloofsovertuiging. „Ze zijn in conflict met zichzelf. Het is hun taak het belang van hun werkgever voorop te stellen, maar wat doe je met gedupeerde burgers? Als christen wil je hen niet met lege handen laten staan. Ze vonden het zonder uitzondering moeilijk om hun verlangen naar medemenselijkheid te verzilveren in de harde praktijk van het financiële discours.”
Carnes weet van handelaren en bankiers die hun werk op Wall Street geheimhouden voor hun kerkelijke gemeente. „Het is moeilijk voor hen om verantwoording af te leggen. Een handelaar waagde het erop en schreef een ingezonden stuk in The New York Times. Hij had te maken met een fonds dat enorm in de schulden zat. Enerzijds had hij van doen met het bedrijf waarvoor hij werkte, anderzijds met gedupeerde aandeelhouders. Hij wierp de vraag op: Wie komt er eerst in het vergoeden van de schade? In de dagen die volgden kreeg deze man honderden haatmails. Investeerders vertrokken massaal, omdat hij hun belang niet zonder meer vooropstelde.”
„Het ontbreekt de mensen op Wall Street aan crisiservaring”, zegt Carnes. „Lloyd Blankfein, de ceo van ’s werelds grootste bank Goldman Sachs, zei in een interview met The Sunday Times dat mensen niet moeten zeuren over de banken, maar juist blij met ze moeten zijn: „Wij doen Gods werk. Banken hebben een sociale functie en dienen een maatschappelijk belang. We helpen bedrijven te groeien door ze te helpen met kapitaal. Bedrijven die groeien, creëren welvaart. Dat betekent dat mensen banen hebben en dat creëert dan meer groei.””
Volgens Carnes laat die uitspraak zien dat de bankenwereld te weinig ervaring heeft met ethische vraagstukken. „Zo toon je toch geen leiderschap? Deze mensen zijn bezig met het maximaliseren van winst. Daar zijn ze goed in, maar hun moraal is flinterdun. Kun je ze dat verwijten? De markt wil nu eenmaal veel geld zien.”
Dat verklaart ook de frauduleuze praktijken waarvan Goldman Sachs beschuldigd wordt. „Ze stonden voor de keus: Dragen we zelf de last van de slechte hypotheken in onze portefeuille of stoppen we die in andermans handen om er gemakkelijk van af te raken? Ze kozen voor het laatste, en vinden –ook nu nog– dat het de juiste keus was. Het belang van het bedrijf komt voorop.”
Het valt Carnes op dat er vanuit de kerkelijke kring weinig te horen is. „Ik kan geen christelijke of joodse leider noemen die opgeroepen heeft tot een moreel debat. Ik begrijp dat niet. Juist op dit moment is zo’n discussie van groot belang. Misschien is dit nog niet het moment van verwijten of oproepen, maar komt zelfonderzoek voorop. Hopenlijk komt het gesprek dan later.”
Dit is het tweede deel in een serie. Morgen deel 3.