Het gerechtshof in Amsterdam bepaalde dinsdag dat het vervoerbedrijf GVB terecht verbiedt om tijdens het werk een kruis over het uniform te dragen. De Egyptisch-Koptische Mickel Aziz heeft dat „ruim elf jaar” wel gedaan, maar het werd hem vorig jaar verboden. Het kruis zou niet passen bij een professionele uitstraling als tramconducteur.

Aziz spande daarop in december een kort geding aan bij de rechtbank in Amsterdam. Die oordeelde dat het GVB-verbod terecht is. Dinsdag sprak het gerechtshof in Amsterdam hetzelfde oordeel uit. Aziz voelt zich gediscrimineerd om zijn geloofsovertuiging. „Het kruis is alles voor mij. Het laat mij de liefde van Jezus Christus zien en wat Hij voor mij gedaan heeft. Daar wil ik in het openbaar voor uitkomen.”

Het GVB meet met twee maten, vindt Aziz, die sinds 30 jaar in Nederland woont. „Moslimvrouwen mogen tijdens het werk wel een hoofddoek om.” Hij wil gelijk behandeld worden. „De uitspraak van de rechter is een grote teleurstelling voor mij. De Algemene wet gelijke behandeling hoort boven de regels van het bedrijf te gaan.”

De rechtszaak heeft Aziz tot nu toe 12.000 euro gekost. „Zo’n 3500 euro heb ik van anderen gekregen, de rest is mijn eigen geld. Ik heb het bij elkaar gespaard door bijvoorbeeld niet op vakantie te gaan. Maar ik heb nu geen geld meer.”

Aziz hoopt dat er christenen zijn die hem willen helpen. „Dan kan ik misschien met mijn zaak naar de Tweede of de Eerste Kamer.” De tramconducteur draagt het kruis nu onder zijn uniform. „Met pijn in het hart.” Een andere baan zoeken, ziet hij niet zitten. „Ik ben 57.”