Opinie

Mammon vraagt om regulering

In de Waalse Kerk in Den Haag wordt iedere derde dinsdag van de maand een residentiepauzedienst gehouden. Een Haagse predikant spreekt daarin een meditatie uit, waarna een politicus van een van de christelijke partijen een korte toespraak houdt. Dinsdag 15 juni sprak prof. dr. ir. E. Schuurman (ChristenUnie).

16 June 2010 10:25Gewijzigd op 14 November 2020 10:55
Foto RD, Sjaak Verboom
Foto RD, Sjaak Verboom

De minister-president is de belangrijkste man in een kabinet. Hij heeft te maken met alles wat de regering doet. Maar de minister van Financiën is daarnaast ook belangrijk. En inderdaad, sommigen zeggen vanwege dat geld wel dat de minister van Financiën de belangrijkste ministerspost bekleedt.

Alles wat een regering doet, kost geld. Daarom worden er begrotingen gemaakt voor alles wat op de verschillende departementen gebeurt. Het parlement stelt vervolgens die begrotingen vast. In de loop van een begrotingsjaar wordt voortdurend de balans opgemaakt. Er wordt gecontroleerd of het begrote geld wel goed wordt besteed. Er wordt gecontroleerd op mogelijke fouten en verkeerde uitgaven. En o wee als die controle niet klopt. Dan wordt er terecht heel snel aan fraude gedacht. Dat is misbruik maken van het geld dat aan je is toevertrouwd en waarvoor je je moet verantwoorden.

Terecht wordt geldbesteding bij en door de overheid goed gecontroleerd. We weten dat er snel iets mis kan gaan. Geld geeft macht. Geld is verleidelijk, omdat je er veel mee kunt doen. Geld verleidt ook gemakkelijk tot verkeerde dingen, tot oneigenlijk gebruik of het ongepast jezelf toe-eigenen. Onderzoeken worden ingesteld als ook maar de minste verdenking op ongeoorloofd gebruik wordt vermoed. En bij overtredingen volgen terecht straffen.

Omgaan met overheidsgeld is een delicate zaak. Omgaan met geld in het algemeen moet altijd gecontroleerd worden. Zeker als het geld van anderen betreft, dient men zich steeds te verantwoorden.

Dat is allemaal terecht. Je zou kunnen zeggen dat de praktijk ons dat heeft geleerd. De mens is gemakkelijk geneigd tot kwaad, zeker ook geneigd om verkeerd om te gaan met geld van anderen. En dan vooral om er zelf beter van te worden: beter in de zin van rijker. Geld verschaft betrekkelijke zekerheid. Voor bijna alles wat je wilt is het nodig. Als je over veel geld beschikt, kun je veel doen, kun je er zelfs –zo denken we nogal eens– je status mee vergoten.

De hebzucht van de mens kan zo sterk zijn dat we van geld een afgod maken. Dat is de mammon waarover de Bijbel spreekt. Aan de mammon vertrouwt de mens zich gemakkelijk toe, maakt zich van hem afhankelijk en jaagt naar geld. In plaats van middel voor onderling economisch verkeer, wordt geld een doel in zichzelf.

De mens gaat dan lijken op koning Midas uit de Griekse mythologie. Deze koning mocht van de goden een gunst vragen. Daar ging hij grif op in. Hij wenste dat alles wat hij aanraakte in goud zou veranderen. Als hij dan gaat eten krijgt hij er, in plaats van brood, goud bij. Komt hij in de buurt van zijn vrouw, dan verandert zij in in een klomp goud. Kortom, als alles goud wordt wat je aanraakt word je wel rijk, maar uiteindelijk verlies je alles en ga je er aan ten onder. Dat kan ook met geld gebeuren. Je hebt nooit genoeg en anderen en zelf ga je er kapot aan.

Eigenlijk was het ontstaan van de financiële crisis van twee jaar geleden daarvan ook een teken. Banken gingen niet langer verantwoord om met het geld dat mensen en zaken aan ze hadden toevertrouwd. Een gemeenschappelijke hebzucht had zich van de banken meester gemaakt. Ze verkochten zelfs niet-begrijpelijke financiële producten onderling. Men dacht er rijker van te worden, maar ondertussen bleken de producten waardeloos te zijn.

Banken vielen daardoor om – 
denk aan die van Lehman Brothers. Andere moesten door overheden op de been gehouden worden. Zoals bij ons ING en ABN AMRO. Tegelijkertijd werden de banken voorzichtig met het verlenen van kredieten aan het bedrijfsleven. Omdat men zelf onverantwoord had gehandeld in geld, waren de gevolgen desastreus, én voor henzelf én voor heel de maatschappij. De financiële crisis leidde een economische crisis in. En het was deze economische crisis die vervolgens overheden in de financiële problemen bracht. Die moeten nu enorm bezuinigen, zoals we allemaal sinds de laatste verkiezingen weten.

De hebzucht of geldzucht van banken ligt dus ten grondslag aan de huidige economische crisis en veroorzaakte de toename van tekorten bij de overheden. Nu is dit een probleem van alle tijden. Het is ook om die reden dat de overheden toezicht op het maatschappelijk geldverkeer hebben geregeld. Maar ook dat toezicht ging mee in de verkeerde richting. Slechts enkelen waarschuwden; de meeste toezichthouders hadden vertrouwen in het geldverkeer dat, zoals nu blijkt, onverantwoord was en voortgestuwd werd door hebzucht en dus geldzucht.

Nu overheden met de vele negatieve gevolgen van deze ontwikkeling worden geconfronteerd en de burgers daarvan de lasten moeten dragen, dringt het besef door dat overheden maatschappelijk onrecht niet alleen moeten bestraffen, maar in de toekomst ook eerder moeten signaleren en dus voorkomen. Dat is terecht. Publieke gerechtigheid eist dat optreden. Nieuwe regulering van geldstromen en versterking van toezichthouders moeten ervoor zorgen dat het vertrouwen in banken weer wordt hersteld. Dat dit vertrouwen verloren is gegaan, is zeer ernstig. Vertrouwen is nodig voor een goed maatschappelijk functioneren, net zo goed als cement nodig is om een huis voor instorten te behoeden.

Dus om in de toekomst herhaling van de financiële en economische crisis te voorkomen, zijn harde maatregelen noodzakelijk. Maar belangrijker nog is herstel van onderling maatschappelijk vertrouwen. Zonder dat vertrouwen zullen de noodzakelijke nieuwe regelingen en versterking van toezicht niet definitief helpen. Pas als een deugd als eerlijkheid, een juiste verhouding tussen prestatie en beloning –passende beloning dus– en vooral de inhoud van rentmeesterschap weer aandacht krijgen, zal maatschappelijk vertrouwen herstellen en gaan we de richting uit naar een gezonde maatschappelijke ontwikkeling.

Trouw aan God de Schepper, aan de God van de Bijbel als de Betrouwbare, geeft de beste garantie tegen de momenteel alom aanwezige afgoderij met geld, het dienen van mammon. Overheid, burgers en politieke partijen moeten beseffen welke God wérkelijk moet worden gediend.

De auteur is voorzitter van de ChristenUniefractie in de Eerste Kamer.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer