Hof verbiedt kruis dragen tijdens werk
AMSTERDAM – De christelijke tramconducteur Mickel Aziz mag geen kruis dragen over zijn uniform. Dat heeft het gerechtshof in Amsterdam gisteren bepaald. Eerder sprak de kantonrechter hetzelfde oordeel uit.
De Egyptisch-koptische Aziz draagt de ketting met het kruis van ongeveer 5 centimeter uit religieuze overtuiging. „Het kruis is voor mij alles. Het is een teken van de liefde van Jezus Christus die Hij aan het kruis aan mij heeft gegeven”, zei hij in december tijdens een kort geding over de kwestie. Hij beroept zich erop dat moslimvrouwen een hoofddoek mogen dragen tijdens het werk.
Het Amsterdams vervoerbedrijf GVB vindt het kruis over het uniform niet passen bij een professionele uitstraling. Het gerechtshof deelt deze opvatting, blijkt uit de uitspraak in hoger beroep.
Het gaat volgens het gerechtshof niet om een verbod op het kruisbeeld als zodanig. „Geen enkele ketting, sieraad of broche is toegestaan om over het uniform te dragen, want dat doet afbreuk aan de uniformiteit”, aldus de persrechter.
Het gerechtshof verwerpt het verwijt dat het GVB inconsequent handelt, omdat het wel hoofddoekjes toestaat. „Het vervoerbedrijf heeft sjaaltjes in GVB-kleuren en met het GVB-logo. Die kunnen worden gedragen als hoofddoekje en doen geen afbreuk aan de uniforme en professionele uitstraling van de kleding. Dat is anders voor de ketting met het kruis.”
Advocaat Jacqueline Koops, die de tramconducteur verdedigt, noemt het „winst” dat het gerechtshof erkent dat er sprake is van indirect onderscheid. „Het maakt verschil of iemand een ketting draagt uit esthetische of uit religieuze overweging. In het laatste geval mag het alleen verboden worden als het doel én het middel gerechtvaardigd zijn. Het doel in deze zaak, een professionele uitstraling, is legitiem. Over het middel kun je twisten. Het GVB laat een piercing wel toe; tast die de professionele uitstraling niet aan?”